19.3 Transmissiebedrading aansluiten
19.4 Transmissiebedrading voltooien
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1B – 2021.02
De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten op de klemmen F1 / F 2
(In-Out) op de printplaat in de buitenunit.
Aanhaalmoment voor de schroeven van de klemmen van de transmissiebedrading:
Schroefmaat
M3,5 (A1P)
TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT
F1
F2
F1
F2 Q1Q2
a
A1P
F
F
F
F
Q
Q
1
2
1
2
1
2
a Unit A (master-buitenunit)
b Unit B (slave-buitenunit)
c Unit C (slave-buitenunit)
d Printplaat buitenunit (A1P)
e Transmissie master/slave (Q1/Q2)
f Transmissie buiten/binnen (F1/F2)
g Transmissie buitenunit/ander systeem (F1/F2)
h BS-unit
i Binnenunit
j VRV-binnenunit alleen koelen / Hydrobox-unit alleen verwarmen
INFORMATIE
Units van de U-reeks kunnen het koelmiddelcircuit niet delen met units van de T-
reeks. Units van de U-reeks en van de T-reeks kunnen wel elektrisch worden
aangesloten via F1/F2.
▪
De bedrading tussen de buitenunits in hetzelfde leidingsysteem moet worden
aangesloten op de klemmen Q1/Q2 (Out Multi). Als de draden op de klemmen
F1/F2 worden aangesloten, zal het systeem slecht werken.
▪
De bedrading voor de andere systemen moet worden aangesloten op de
klemmen F1/F2 (Out-Out) van de printplaat in de buitenunit waarop de
bedrading tussen de binnenunits is aangesloten.
▪
De basisunit is de buitenunit waarop de onderlinge bedrading tussen de
binnenunits is aangesloten.
Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit, samen met de
lokale koelmiddelleidingen met behulp van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld.
c
b
f
a
f
a Vloeistofleiding
d
F1 F2 F1 F2
TO IN/D
TO OUT/D
UNIT
UNIT
h
b
c
A1P
A1P
Q
Q
Q
Q
1
2
1
2
F1 F2
i
e
e
g
f
d
e
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
19
Elektrische installatie
|
Aanhaalmoment (N•m)
0,8~0,96
f
F1 F2 F1 F2
TO IN/D
TO OUT/D
UNIT
UNIT
h
F1 F2
F1 F2
F1 F2
i
j
F1 F2
F1 F2
121