19
|
Elektrische installatie
19.1.5 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
116
▪
Draai beschermende tape rond de bedrading om beschadiging van de draden te
voorkomen wanneer u stroomkabels door de uitbreekopeningen voert, steek de
draden door lokaal voorziene beschermende mantelbuizen op die plaats, of
installeer geschikte lokaal voorziene draadnippels of rubberen bussen in de
uitbreekopeningen.
a
a Uitbreekopening
b Braam
c Verwijder bramen
d Sluit de uitbreekopeningen af met opvulsel (ter plaatse klaar te maken) als de
mogelijkheid bestaat dat kleine dieren via de uitbreekopeningen in het systeem
binnendringen
Deze apparatuur is conform met:
▪
Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑11 op voorwaarde dat de
systeemimpedantie Z
tussen de voeding van de gebruiker en het openbare systeem.
-
EN/IEC 61000‑3‑11 = Europese/Internationale Technische Norm die de
beperkingen vastlegt voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen
en flikkeren in openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een
nominale stroom ≤75 A.
-
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van
de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur ALLEEN wordt aangesloten op
een voeding met een systeemimpedantie Z
▪
Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op voorwaarde dat de
systeemimpedantie S
de voeding van de gebruiker en het openbare systeem.
-
EN/IEC 61000‑3‑12 = Europese/internationale technische norm die de grenzen
vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door apparatuur
aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
-
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker
van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur ALLEEN wordt aangesloten op
een voeding met een kortsluitvermogen S
minimum S
-waarde.
sc
Model
REMQ5
REYQ8
REYQ10
REYQ12
REYQ14
b
c
kleiner dan of gelijk aan Z
sys
groter dan of gelijk aan S
sc
Enkele buitenunit
d
is op het interfacepunt
max
kleiner dan of gelijk aan Z
sys
is op het interfacepunt tussen
sc
dat groter dan of gelijk is aan de
sc
Z
(Ω)
Minimum S
max
(kVA)
—
2893
—
2893
—
3954
—
4313
—
4852
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1B – 2021.02
.
max
-waarde
sc