Samenvatting van Inhoud voor Daikin VRV IV+ RYYQ8U7Y1B Series
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV+ warmtepomp RYYQ8U7Y1B* RYYQ10U7Y1B* RYYQ12U7Y1B* RYYQ14U7Y1B* RYYQ16U7Y1B* RYYQ18U7Y1B* RYYQ20U7Y1B* RYMQ8U7Y1B* RYMQ10U7Y1B* RYMQ12U7Y1B* RYMQ14U7Y1B* RYMQ16U7Y1B* RYMQ18U7Y1B* RYMQ20U7Y1B* RXYQ8U7Y1B* RXYQ10U7Y1B* RXYQ12U7Y1B* RXYQ14U7Y1B* RXYQ16U7Y1B* Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker RXYQ18U7Y1B* Nederlands VRV IV+ warmtepomp RXYQ20U7Y1B*...
Inhoudsopgave Koelmiddelleidingen aansluiten..........23 Inhoudsopgave 6.4.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ............. 23 6.4.2 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..23 6.4.3 Koelmiddelleidingen leggen ......... 23 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 6.4.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten....24 Over de documentatie ............... 6.4.5 Installatie van de leidingset voor meerdere 1.1.1...
Pagina 3
1 Algemene veiligheidsmaatregelen Checklist voor de inbedrijfstelling ..........50 18.2 Onderhoud voor een lange periode van stilstand....... 68 Over proefdraaien ..............50 18.3 Over het koelmiddel ..............69 Proefdraaien................51 18.4 Dienst-na-verkoop en garantie ........... 69 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien ..52 18.4.1 Garantieperiode ............
8 jaar en door personen met verminderde fysieke, zintuiglijke die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. of mentale mogelijkheden of een gebrek aan ervaring en kennis als het gebruik van het apparaat op een veilige manier werd WAARSCHUWING uitgelegd en als zij de gevaren hiervan begrijpen.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN 1.3.3 Koelmiddel ▪ Raak tijdens bedrijf GEEN Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de koelmiddelleidingen, waterleidingen interne installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. installateur) van uw toepassing.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige OPMERKING systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU- leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld. richtlijn 98/83 EC.
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. aan te zetten. De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
3 Over de doos Voor de installateur Over de doos De buitenunit uitpakken Verwijder het verpakkingsmateriaal van de unit: Overzicht: Over de doos ▪ Beschadig de unit niet wanneer u de krimpfolie met een cutter verwijdert. In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren ▪...
4 Over de units en opties Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing Label hoeveelheid extra koelmiddel Informatiesticker installatie Label gefluoreerde broeikasgassen Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen Zak met leidingaccessoires 3 (12.3 N·m) 3 (12.3 N·m) Accessoireleidingen: Diameters Accessoireleidingen (mm) Øa Øb...
4 Over de units en opties Over de buitenunit Units en opties combineren Deze montagehandleiding betreft het VRV IV, volledig door inverter 4.5.1 Over combinaties van units en opties aangedreven warmtepompsysteem. Verkrijgbare modellen: OPMERKING Raadpleeg de recentste technische data voor de VRV IV- Model Beschrijving warmtepomp om zeker te zijn dat uw systeeminstallatie...
5 Voorbereiding Kabel PC-configurator (EKPCCAB) Niet-continu verwarmen Continu verwarmen Bij de inbedrijfstelling kunnen verschillende lokale instellingen RXYQ24 = RXYQ8 + 16 RYYQ24 = RYMQ8 + 16 worden ingesteld met behulp van een pc-interface. Voor deze optie RXYQ26 = RXYQ12 + 14 RYYQ26 = RYMQ12 + 14 is de EKPCCAB vereist;...
5 Voorbereiding ▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare ▪ De luchtinlaat van de unit mag niet tegen de windrichting in gericht gassen (zoals verdunners benzine), koolstofvezels, zijn. Frontale wind belemmert de werking van de unit. Breng ontvlambaar stof. indien nodig een windscherm aan om de wind te blokkeren.
Hoeveelheid extra koelmiddel (lokaal bijgevulde hoeveelheid koelmiddel) Als de unit 5 dagen in deze omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (>90%) moet werken, beveelt Daikin de Totale hoeveelheid koelmiddel (kg) in het installatie van de optionele kit met een verwarmingslint systeem...
5 Voorbereiding 2 Bereken het volume van de ruimte (m ) waar de binnenunit is De koelmiddelleidingen geïnstalleerd. Bereken in de volgende gevallen het volume van voorbereiden (D), (E) als één ruimte of als de kleinste ruimte. Als er geen kleinere opdelingen zijn van de ruimte: 5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen OPMERKING...
5 Voorbereiding Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) RYMQ Diameter vereffeningsleiding (mm) binnenunit Gasleiding Vloeistofleiding 18~20 28,6 20, 25, 30 Bepalen van de diameter van de vereffeningsleiding: 12,7 ▪ 3 multi-units: neem de aansluitdiameter van de buitenunit op het T-stuk. 15,9 ▪ 2 multi-units: de aansluitleiding moet de grootste diameter hebben.
5 Voorbereiding 5.3.5 Leidinglengte: Alleen VRV DX Reële 165 m/135 m leidinglengte Voorbeeld 1,1 Voor systeem met alleen VRV DX-binnenunits: ▪ unit 8: a+b+c+d+e+f+g+p≤165 m Systeemsetup Voorbeeld 1,2 Voorbeeld Beschrijving ▪ unit 6: a+b+h≤165 m Voorbeeld 1,1 Eén buitenunit ▪ unit 8: a+i+k≤165 m Aftakking met refnet- Voorbeeld 1,3 verbinding ▪...
5 Voorbereiding Maximaal toegestane lengte na aftakking Systeemsetup Leidinglengte vanaf de eerste koelmiddelaftakset tot de binnenunit Voorbeeld Beschrijving ≤40 m. Voorbeeld 1 Aftakking met refnet- Voorbeeld 1.1: unit 8: b+c+d+e+f+g+p≤40 m verbinding Voorbeeld 1.2: unit 6: b+h≤40 m, unit 8: i+k≤40 m Voorbeeld 1.3: unit 8: i≤40 m Een verlenging is wel mogelijk als alle onderstaande voorwaarden vervuld zijn.
5 Voorbereiding Systeemsetup 5.3.8 Meerdere buitenunits: Mogelijke lay-outs ▪ De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de leidingen blijft staan. Patroon 1 Patroon 2 Verdeler BP-box RA DX-binnenunits VRV DX-binnenunits Maximaal toegestane lengte Naar binnenunit ▪...
5 Voorbereiding WAARSCHUWING >2 m >2 m >2 m ▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde bedrading. ≤2 m ≤2 m ▪ Alle op de site geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN voldoen aan de Naar binnenunit geldende wetgeving.
6 Installatie Model (Ω) Minimum S Model Minimum Aanbevolen waarde (kVA) circuitampère zekeringen RYYQ26/RXYQ26 — 12831 RYYQ52/RXYQ52 101,0 A 125 A RYYQ28/RXYQ28 — 13585 RYYQ54/RXYQ54 105,0 A 125 A RYYQ30/RXYQ30 — 14843 Voor alle modellen: RYYQ32/RXYQ32 — 15094 ▪ Fase en frequentie: 3N~ 50 Hz RYYQ34/RXYQ34 —...
6 Installatie 8~12 HP 14~20 HP OPMERKING Let er bij het sluiten van het deksel van de elektronische componentenkast op dat de afdichting onderaan de achterkant van het deksel NIET vast komt te zitten en naar binnen wordt geplooid. 14× 14×...
6 Installatie ▪ Maak de unit vast met behulp van de vier M12-funderingsbouten. 6.4.2 Over het aansluiten van de De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze koelmiddelleidingen nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken. Controleer of de buiten- en binnenunits zijn geïnstalleerd voordat u de koelmiddelleiding aansluit.
6 Installatie 6.4.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten INFORMATIE Alle lokale leidingen tussen units zijn lokaal te voorzien, behalve de accessoireleidingen. OPMERKING 6.4.6 Meerdere buitenunits: Uitbreekopeningen Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale Aansluiting Beschrijving leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de Aansluiting aan de Breek de uitbreekopeningen in het afbeelding.
6 Installatie ▪ Gebruik GEEN vloeimiddel bij het hardsolderen van koper-op- Toestel Installatieperiode Beschermingsmeth koper koelmiddelleidingen. Gebruik fosforkoper toevoegmetaal (BCuP), waarbij geen vloeimiddel wordt vereist. Buitenunit >1 maand De leiding Vloeimiddel heeft uitermate schadelijke invloed dichtknijpen koelmiddelleidingsystemen. Zo zal een vloeimiddel op chloorbasis <1 maand De leiding corrosie van de leidingen veroorzaken, of als het fluor bevat, zal...
6 Installatie ▪ Controleer na het vastdraaien van het servicepoortdeksel op koelmiddellekken. Aanhaalmomenten Afmeting Aanhaalmoment (openen of sluiten) afsluiter Klephuis Zeskantsleutel Servicepoort (mm) Ø9,5 5~7 N•m 4 mm 10,7~14,7 Ø12,7 8~10 N•m Ø15,9 14~16 N•m 6 mm Ø19,1 19~21 N•m 8 mm Ø25,4 6.4.11 Dichtgeknepen leidingen verwijderen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de...
6 Installatie Methode 2: Na inschakelen Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem) Vacuümpomp Als het systeem al werd ingeschakeld, activeer dan instelling [2‑21] Afsluiter vloeistofleiding (zie "7.2.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina 41). Deze instelling Afsluiter gasleiding Afsluiter vereffeningsleiding (alleen voor RYMQ) opent de lokale expansiekleppen zodat het R410A door de leidingen Klep A kan stromen en de lektest en vacumeren kunnen worden uitgevoerd.
6 Installatie 6.5.5 Vacuümdrogen OPMERKING De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Laat ook, indien aanwezig, alle (lokaal voorzien) kleppen naar de binnenunits open. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt ingeschakeld.
6 Installatie OPMERKING Parameter A Leidinglengte Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv. 8 HP 10~14 HP 16~20 HP na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de >30 m 50%≤CR≤70% 0 kg 0,5 kg oorspronkelijke hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje 70%<CR≤85% 0,3 kg 0,5 kg...
Pagina 30
6 Installatie Leiding in inch Leiding in mm Leiding Gewichtsfactor Leiding Gewichtsfactor Ø6,4 mm 0,022 Ø6 mm 0,018 Ø9,5 mm 0,059 Ø10 mm 0,065 Ø12,7 mm 0,12 Ø12 mm 0,097 Ø15,9 mm 0,18 Ø15 mm 0,16 Ø16 mm 0,18 Ø19,1 mm 0,26 Ø18 mm 0,24 Ø22,2 mm 0,37 Ø22 mm 0,35 Vereisten inzake de aansluitverhouding. Bij de selectie van binnenunits moet de aansluitverhouding (CR) voldoen aan de volgende vereisten.
6 Installatie 6.7.4 Koelmiddel vullen: Stroomschema "6.7.5 Koelmiddel vullen" op pagina 32 voor meer informatie. Koelmiddel vooraf vullen Stap 1 p< p> Bereken hoeveelheid extra koelmiddel: R (kg) Stap 2+3 R410A • Open klep C, D en B naar de vloeistof- en vereffeningsleiding •...
6 Installatie << Vervolg van vorige pagina Vullen bij verwarmen Vullen bij koelen ("t22" opstartregeling) ("t02" opstartregeling) ("t23" wachten op stabiel verwarmen) ("t03" wachten op stabiel koelen) "t23" knippert "t03" knippert • Druk binnen de 5 minuten op BS2 • Druk binnen de 5 minuten op BS2 •...
6 Installatie p < p > OPMERKING ▪ De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel - sluit de vulslang dus voorzichtig aan. R410A ▪...
6 Installatie 4 Wanneer " " of " " begint te knipperen (klaar voor INFORMATIE vullen), druk binnen de 5 minuten op BS2. Open klep A. Als u ▪ Wanneer tijdens de procedure een storing wordt niet binnen de 5 minuten op BS2 drukt, verschijnt een gedetecteerd (bijv.
6 Installatie 6.7.8 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel Contains fluorinated greenhouse gases RXXX Code Oorzaak Oplossing GWP: XXX Abnormaal lage druk in Sluit onmiddellijk klep A. aanzuigleiding Druk op BS3 om te resetten. Controleer de GWP × kg volgende punten voordat 1000 u de procedure voor Als bij de unit een meertalig label voor fluorhoudende...
6 Installatie WAARSCHUWING OPMERKING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het opstarten van het product. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet wetgeving.
6 Installatie ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de OPMERKING bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen ▪ Zorg ervoor voedingskabel rond de randen om roestvorming te voorkomen. transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De ▪...
6 Installatie 8~12 HP 14~20 HP Installatie met meerdere buitenunits F1 F2 F1 F2 Q1 Q2 Q1 Q2 Q1 Q2 Unit A (master-buitenunit) Unit B (slave-buitenunit) Unit C (slave-buitenunit) Transmissie master/slave (Q1/Q2) Transmissie buiten/binnen (F1/F2) Transmissie buitenunit/ander systeem (F1/F2) INFORMATIE Units van de U-reeks kunnen het koelmiddelcircuit niet delen met units van de T-reeks.
7 Configuratie 8~12 HP 14~20 HP De voedingskabel MOET met een lokaal voorziene klem op de plastic beugel worden bevestigd om te voorkomen dat er externe krachten op de aansluitklem worden uitgeoefend. De groen en geel gestreepte draad MAG ALLEEN worden gebruikt voor de aarding. 8~12 HP 14~20 HP Voeding (380~415 V, 3N~ 50 Hz)
7 Configuratie GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Stand Beschrijving Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van lokale instellingen van het systeem. U kunt de (lokale instellingen) Lokale instellingen uitvoeren actuele waarde van de lokale instelling raadplegen en wijzigen. 7.2.1 Over lokale instellingen In het algemeen kan na het veranderen van lokale instellingen de normale werking worden...
7 Configuratie Servicedeksel elektronische componentenkast INFORMATIE Bedien de schakelaars en drukknoppen met een geïsoleerd stokje Wanneer u tijdens het instellen de draad kwijtraakt, druk (zoals bijvoorbeeld een balpen) om te voorkomen dat u onderdelen dan op BS1. Het display keert terug naar de inactieve onder stroom zou aanraken.
7 Configuratie [1‑1] Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Waarde van de ▪ Activeer stand 2 (druk meer dan 5 geselecteerde instelling in seconden op BS1) en selecteer de De geluidsarme werking beperkt het door de unit geproduceerde stand 2 veranderen gewenste instelling.
7 Configuratie [1‑17] [1‑18] [1‑19] [1‑40] [1‑41] Geeft aan: Geeft aan: ▪ [1‑17]: De recentste storingscode. ▪ [1‑40]: De actuele instelling van koelcomfort. ▪ [1‑18]: De op 1 na laatste storingscode. ▪ [1‑41]: De actuele instelling van verwarmcomfort. ▪ [1‑19]: De op 2 na laatste storingscode. "7.3 ...
Pagina 44
7 Configuratie Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme Voer deze instelling uit om handmatig koelmiddel bij te vullen stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een (zonder automatische koelmiddelvulfunctie). Meer informatie over de extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Deze instelling werkt verschillende manieren om koelmiddel bij te vullen in uw systeem alleen wanneer...
Pagina 45
7 Configuratie Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑22]. [2‑35] Beschrijving Wanneer de buitenunit lager dan de [2‑26] Begintijdstip automatische geluidsarme binnenunits is geïnstalleerd en het werking (ongeveer) hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit 20u00 en de buitenunit meer dan 40 m bedraagt, 2 (standaard) 22u00 moet de instelling [2‑35] worden ingesteld op 0.
7 Configuratie Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen. Wijzig [2‑85] Tijd tussen automatische lekdetectie de parameters volgens de behoeften van uw gebouw en voor de (dagen) optimale balans tussen energieverbruik en comfort. 0 (standaard) Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit stabiel te laten draaien.
7 Configuratie Gematigd [2‑8] -streefwaarde (°C) Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is niet toegestaan vanaf het opstarten. Het opstarten gebeurt onder de voorwaarden bepaald door de werkingsstand hierboven.
8 Inbedrijfstelling Display Gelekte hoeveelheid (kg) Met behulp van de 2≤x<2,5 lekdetectiefunctie 2,5≤x<3 3≤x<3,5 7.4.1 Over de automatische lekdetectiefunctie 3,5≤x<4 De (automatische) lekdetectiefunctie is niet standaard geactiveerd. 4≤x<4,5 De (automatische) lekdetectiefunctie werkt alleen wanneer beide onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 4,5≤x<5 5≤x<5,5 ▪...
8 Inbedrijfstelling Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: Voedingsspanning De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren. Controleer voedingsspanning lokale Proefdraaien. voedingspaneel. De spanning MOET overeenstemmen Indien nodig, problemen oplossen na abnormaal beëindigen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit. van het proefdraaien.
8 Inbedrijfstelling ▪ Controle van bedradingsfouten (controle van communicatie met INFORMATIE binnenunits). ▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een ▪ Controle of de afsluiters openen. uniforme toestand te krijgen voordat de compressor wordt gestart. ▪ Bepaling van de leidinglengte. ▪...
9 Onderhoud en service 1 Wacht na het uitschakelen van de voeding nog 10 minuten om Correctie na abnormaal beëindigen het deksel van de kast met elektrische componenten te openen. van het proefdraaien 2 Meet de spanning tussen de klemmen op de klemmenstrook voor de voeding met een tester en controleer of de voeding is Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de uitgeschakeld.
10 Opsporen en verhelpen van storingen Het bevat informatie over: GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR ▪ Problemen op basis van storingscodes oplossen Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: 10.2 Problemen op basis van ▪...
Pagina 54
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (hoofd) (Y1E) - A1P (X21A) actuator. Storing elektronische expansieklep Controleer aansluiting op printplaat of (vloeistofkoeling) (Y3E) - A1P (X23A) actuator.
Pagina 55
10 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Transmissie buitenunit - inverter: Controleer aansluiting. Probleem INV1-transmissie - A1P (X20A, X28A, X40A) Transmissie buitenunit - inverter: Controleer aansluiting. Probleem FAN1-transmissie - A1P (X20A, X28A, X40A) Transmissie buitenunit - inverter: Controleer aansluiting.
11 Als afval verwijderen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Master Slave 1 Slave 2 Storing automatische adressering Controleer of aantal units met (inconsistentie) transmissiebedrading overeenstemt met aantal op voeding aangesloten units (controlestand) of wacht tot einde initialisering. Storing automatische adressering Controleer of aantal units met (inconsistentie) transmissiebedrading overeenstemt met aantal op voeding aangesloten...
Technische gegevens Mogelijkheid 1 Mogelijkheid 2 ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar a≥10 mm a≥50 mm — op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). b≥300 mm b≥100 mm ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op c≥10 mm c≥50 mm het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
12 Technische gegevens Reactievat 12.4 Bedradingsschema: Buitenunit Motor (compressor) Raadpleeg de sticker met het bedradingsschema op de unit. De Motor (ventilator) gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis: PS (A1P, Schakelvoeding INFORMATIE A3P) Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen voor Q1DI Aardlekschakelaar (lokaal te voorzien) de buitenunit.
13 Over het systeem Voor de gebruiker Model Beschrijving Over het systeem RXYQ Enkel en multi model niet-continu De binnenunit van het VRV IV-warmtepompsysteem kan worden verwarmen. gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de geselecteerde buitenunit.
16 Bediening VOORZICHTIG 16.2 Gebruik van het systeem Langdurige blootstelling lichaam luchtstroom is niet gezond. 16.2.1 Over het gebruik van het systeem VOORZICHTIG ▪ De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van buitenunit en gebruikersinterface. Zorg voor een goede verluchting van de ruimte als samen met het systeem een apparaat met brander wordt gebruikt;...
16 Bediening Warme start Koelen Verwarmen Alleen ventileren Om te voorkomen dat bij het begin van verwarmen koude lucht uit binnenunit wordt geblazen, wordt binnenventilator automatisch stilgelegd. Op het display van de gebruikersinterface wordt aangegeven. Het kan even duren voordat de ventilator begint te werken.
16 Bediening Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt. Koelen Verwarmen ▪ Wanneer ▪ Bij het starten. OPMERKING kamertemperatuur lager is dan ▪ Als kamertemperatuur Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is de ingestelde temperatuur. hoger is dan de ingestelde gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
17 Energie besparen en optimale werking In speciale gevallen wordt de master-binnenunit als volgt bepaald: Type Beschrijving Groepsbesturing 1 gebruikersinterface bestuurt tot 16 Geval Beschrijving binnenunits. Alle binnenunits krijgen VRV DX-binnenunit De master-gebruikersinterface van de dezelfde instelling. gecombineerd met VRV DX-binnenunit bepaalt altijd de Besturing met 2 2 gebruikersinterfaces besturen 1 Hydrobox-unit...
18 Onderhoud en service De montagehandleiding bevat meer gedetailleerde informatie voor VOORZICHTIG de installateur. Hij kan u helpen om een optimale balans tussen Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de energieverbruik en comfort te bereiken. luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming NIET.
18 Onderhoud en service WAARSCHUWING 18.3 Over het koelmiddel ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen de unit niet zelf aangezien een verkeerde demontage NIET vrij in de atmosfeer. of installatie een elektrische schok of brand kan Koelmiddeltype: R410A veroorzaken.
19 Opsporen en verhelpen van storingen ▪ Er vaak schokken en trillingen zijn. Als het systeem NIET goed werkt en geen van de bovenstaande storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande ▪ De lucht stof, zout, schadelijke gassen of olienevel zoals procedures.
19 Opsporen en verhelpen van storingen Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk Hoofdcode Inhoud van de ernst van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop Compressorblokkering (opstarten) drukken om de code te resetten. Vraag anders advies aan uw Transmissie buitenunit - inverter: Probleem INV- installateur.
20 Verplaatsen ▪ Er is een laag "sah", "choro-choro" geluid hoorbaar wanneer de 19.2.3 Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar binnenunit stilstaat. Dit geluid is hoorbaar wanneer een andere koelen en verwarmen werken niet binnenunit werkt. Om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in het systeem blijft, wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel in de Onmiddellijk na het inschakelen.
22.1 Informatievereisten voor Ter plaatse te voorzien ecologisch ontwerp NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde Volg de onderstaande stappen om de gegevens van het Energy documentatie gecombineerd mogen worden.