Referentiegids van het NextSeq 550Dx-instrument
Leeg de bak voor gebruikte reagentia
1.
Selecteer Raise Sippers (Zuigmondjes omhoog bewegen).
2.
Verwijder de bak voor gebruikte reagentia en gooi de inhoud weg volgens de voorschriften.
3.
Plaats de lege bak terug in het buffercompartiment.
4.
Selecteer Continue (Doorgaan). De run wordt automatisch hervat.
RAID-foutmelding
De NextSeq 550Dx-computer is uitgerust met vier harde schijven, twee voor de diagnostische modus
en twee voor de onderzoeksmodus. Als een harde schijf storing krijgt, genereert het systeem een RAID-
foutmelding en wordt u verzocht contact op te nemen met de technische ondersteuningsdienst van
Illumina. Meestal moet de harde schijf worden vervangen.
U kunt doorgaan met de stappen voor het instellen van de run en een normale werking. Het doel van het
bericht is de service vooraf te plannen om onderbrekingen in de normale werking van het instrument te
voorkomen. De RAID-waarschuwing kan alleen door een beheerder worden bevestigd. Als u uw
instrument slechts met één harde schijf gebruikt, kan dat leiden tot gegevensverlies.
Netwerkopslagfout
Netwerkopslagfouten kunnen de volgende redenen hebben:
Onvoldoende opslagruimte voor de uitvoermap – verhoog de hoeveelheid ruimte op het
•
opslagapparaat of verplaats de uitvoermap naar een locatie met voldoende opslagruimte.
Kan geen verbinding maken met netwerkopslag – controleer het pad naar de uitvoermap.
•
Standaard uitvoermap instellen op pagina
Raadpleeg
Het systeem kan niet naar deze netwerkopslag schrijven - raadpleeg uw IT -beheerder om
•
toegangsrechten te controleren. Het Windows-account op het besturingssysteem van het
instrument vereist toestemming om te lezen en schrijven naar de uitvoermap.
Het Windows-account in Local Run Manager vereist ook toestemming om in de uitvoermap te lezen en
schrijven. Raadpleeg
Instellingen van een systeemserviceaccount specificeren op pagina
Systeeminstellingen configureren
Het systeem wordt tijdens de installatie geconfigureerd. Als er echter een wijziging nodig is, of als het
systeem opnieuw geconfigureerd moet worden, moet u de systeemconfiguratie-opties gebruiken.
Alleen een Windows-beheerdersaccount heeft toegang tot de systeemconfiguratie-opties.
•
Network Configuration (Netwerkconfiguratie) – Biedt opties voor IP-adresinstellingen, DNS-adres
(domeinnaamserver), computernaam en domeinnaam.
Documentnr. 1000000009513 v08
VOOR GEBRUIK BIJ IN-VITRODIAGNOSTIEK.
25.
56.
66