Referentiegids van het NextSeq 550Dx-instrument
Run aanmaken
Maak een sequencing-run met behulp van Local Run Manager- of Illumina Run Manager-software.
Hieronder vindt u instructies voor het gebruik van Local Run Manager. Voor instructies over het gebruik
van Illumina Run Manager, inclusief hoe u kunt kiezen tussen Local Run Manager of Illumina Run
Manager, raadpleegt u de Softwarehandleiding Illumina Run Manager voor NextSeq 550Dx
(documentnr. 200025239). Het proces voor het instellen van een run varieert afhankelijk van de
betreffende analyseworkflowmodule die u gebruikt, en omvat de volgende stappen.
•
Selecteer Create Run (Run aanmaken) vanuit het dashboard voor runbeheer en selecteer een
analysemodule.
•
Voer op de pagina Create Run (Run aanmaken) een naam voor de run in en voer, indien van
toepassing, monsters in voor de run en/of importeer manifesten.
Raadpleeg de module of toepassingshandleiding van de specifieke assay voor gedetailleerde
instructies over specifieke toepassingen.
De reagenscartridge prepareren
Volg de aanwijzingen van de reagenscartridge zorgvuldig op voor een succesvolle sequencing.
1.
Neem de reagenscartridge uit de opslag bij een temperatuur van -25 °C tot -15 °C.
2.
Kies een van de volgende methoden om de reagentia te ontdooien. Dompel de cartridge niet onder.
Droog de cartridge af als deze is ontdooid, voordat u verder gaat met de volgende stap.
Temperatuur
Waterbad van 15 °C tot
30 °C
2 °C tot 8 °C
OPMERKING
Als er meer dan één cartridge in hetzelfde waterbad wordt ontdooid, moet u er
rekening mee houden dat het ontdooien langer duurt.
3.
Draai de cartridge vijf maal om om de reagentia te mengen.
4.
Controleer de onderkant van de cartridge om er zeker van te zijn dat de reagentia ontdooid zijn en
dat er geen sprake is van neerslag. Controleer of de posities 29, 30, 31 en 32 ontdooid zijn,
aangezien deze het grootst zijn en het ontdooien hiervan het langst duurt.
5.
Tik voorzichtig tegen de bank om eventuele luchtbellen te verwijderen.
Voor de beste resultaten gaat u direct verder met het laden van het monster en het instellen van de run.
Documentnr. 1000000009513 v08
VOOR GEBRUIK BIJ IN-VITRODIAGNOSTIEK.
Ontdooitijd
60 minuten
7 uur
Stabiliteitslimiet
Niet langer dan 6 uur
Niet langer dan 5 dagen
30