Referentiegids van het NextSeq 550Dx-instrument
Auditsporen
Auditsporen registreren informatie over specifieke handelingen, zoals gebruikerstoegang, wijzigingen
aan het gebruikersprofiel en wijzigingen aan het systeem, de run of de analyseparameters. Elk item van
het auditspoor bevat de volgende informatie:
When (Wanneer), weergegeven als datum JJJJ-MM-DD en tijd in de 24-uursnotatie.
•
Who (Wie), weergegeven door de gebruikersnaam die de handeling is begonnen.
•
What (Wat), weergegeven door een korte, vooraf bepaalde beschrijving van de ondernomen
•
handeling.
Affected Item (Getroffen item), weergegeven door 4 categorieën van getroffen items: User
•
(Gebruiker), Run, Analysis (Analyse) of System (Systeem).
Om de lijst met auditsporen in oplopende of aflopende volgorde te sorteren, selecteert u een
•
kolomkop.
Alleen administratieve gebruikers kunnen de pagina Audit Trails (Auditsporen) bekijken.
OPMERKING
Afhankelijk van de grootte van het scherm waarop u de software bekijkt, kan het
menu Tools (Hulpmiddelen) onder het menu linksboven
Auditsporen filteren
1.
Selecteer in de navigatiebalk van het dashboard het menu Tools (Hulpmiddelen) en selecteer
vervolgens Audit Trails (Auditsporen).
2.
Selecteer het pictogram Filter
OPMERKING
U kunt filters op eerder gefilterde resultaten toepassen om de lijst nog verder te
verfijnen. Om een filter toe te passen op de hele database van auditsporen, moet u
de vorige filters verwijderen voordat u verdergaat.
Filteren op datum
1.
Selecteer het pictogram Calendar
2.
Selecteer het pictogram Calendar
3.
Selecteer Filter (Filteren).
Filteren op gebruikersnaam
1.
Voer een gebruikersnaam in het veld Who (Wie) in.
U kunt elk gewenst deel van een gebruikersnaam invoeren. Asterisken (*) zijn niet vereist.
Documentnr. 1000000009513 v08
VOOR GEBRUIK BIJ IN-VITRODIAGNOSTIEK.
(Filteren) op de pagina Audit Trails (Auditsporen).
(Kalender) en selecteer een datum From (Van).
(Kalender) en selecteer een datum To (Tot).
worden weergegeven.
57