Problemen met de manier waarop de printer reageert
Het display van het bedieningspaneel is leeg
Tabel 8-11
Geen bericht in het display
Oorzaak en oplossing
Oorzaak
De aan/uit-knop van de printer is in de standby-stand.
De geheugen-DIMM's van de printer zijn defect of verkeerd
geïnstalleerd.
Het netsnoer zit niet stevig in de printer en het stopcontact.
De netspanning is onjuist voor de stroomconfiguratie van de
printer.
Het netsnoer is beschadigd of uitzonderlijk versleten.
Het stopcontact werkt niet goed.
De printer drukt niet af
Tabel 8-12
De printer staat aan maar er wordt niets afgedrukt
Oorzaak en oplossing
Oorzaak
De KLAAR-indicator van de printer brandt niet.
De bovenklep is niet goed gesloten.
De Gegevens-indicator knippert.
<KLEUR> CARTR. VERVANGEN verschijnt op het display
van de printer.
Een ander printerbericht dan KLAAR verschijnt op het
bedieningspaneel van de printer.
De uitvoerbak is vol.
De nietcartridge is leeg en de printer is geconfigureerd om het
afdrukken te onderbreken op het moment dat de cartridge leeg
is.
Wellicht is er een DOS-time-out voor de parallelle poort
opgetreden.
De PS-personality (PostScript-emulatie) is niet geselecteerd.
250
Hoofdstuk 8
Probleemoplossing
Oplossing
Controleer of de printer is ingeschakeld. Ventilatoren kunnen
draaien terwijl de printer in de standby-stand staat (uit).
Controleer of de geheugen-DIMM's van de printer correct
geïnstalleerd en niet-defect zijn.
Zet de printer uit, maak het netsnoer los en sluit het weer aan.
Zet de printer opnieuw aan.
Sluit de printer aan op een stroombron met de juiste
netspanning, zoals gespecificeerd op de voltagesticker op de
achterkant van de printer.
Vervang het netsnoer.
Sluit de printer aan op een ander stopcontact.
Oplossing
Druk op
Stop
om de printer naar de status KLAAR te laten
terugkeren.
Sluit de bovenklep stevig.
De printer ontvangt waarschijnlijk nog gegevens. Wacht tot de
Gegevens-indicator niet meer knippert.
Vervang de printcartridge die op het display wordt
aangegeven.
Zie
Berichten van het
bedieningspaneel.
Verwijder (een deel van) het afdrukmateriaal uit de uitvoerbak.
Vervang de nietcartridge.
Voeg een modusopdracht toe aan het bestand
AUTOEXEC.BAT. Raadpleeg de handleiding van DOS voor
meer informatie.
Selecteer PS of AUTO als de printertaal. Ga naar
instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
informatie.
Configuratie-
voor meer
NLWW