Taakopslagfuncties
U kunt met de HP Color LaserJet 4700 printer taken in het geheugen van de printer opslaan om deze
later af te drukken. Voor de taakopslagfuncties wordt geheugen van de vaste schijf en het RAM-
geheugen (Random Access Memory) gebruikt. Deze functies voor de opslag van taken wordt hieronder
beschreven.
U wordt aangeraden extra geheugen te installeren voor de taakopslagfuncties voor ingewikkelde taken
of als u vaak ingewikkelde afbeeldingen afdrukt, PostScript-documenten (PS) afdrukt of veel
gedownloade lettertypen gebruikt. Extra geheugen zorgt ook voor meer flexibiliteit in de ondersteuning
van taakopslagfuncties zoals snel kopiëren.
Opmerking
minimaal 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart. Als u de functies voor
snel kopiëren en opgeslagen taken wilt gebruiken, moet u een extra vast schijf op de printer
installeren (modellen HP Color LaserJet 4700, 4700n, 4700dn, 4700dtn) en de
stuurprogramma's configureren.
VOORZICHTIG
Het gebruik van standaard namen kan tot gevolg hebben dat eerdere afdruktaken met dezelfde
standaard naam worden overschreven of gewist. Zie
Macintosh-computers
Proefafdrukfunctie
De functie Lezen en vasthouden is een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak
af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af te drukken. Met deze optie wordt
de afdruktaak opgeslagen op de vaste schijf of in het RAM-geheugen van de printer en wordt alleen het
eerste exemplaar van de taak afgedrukt, zodat u het eerste exemplaar kunt controleren. Als het
document juist is afgedrukt, kunt u de resterende exemplaren van de afdruktaak afdrukken via het
bedieningspaneel. U kunt het aantal afdruktaken met de functie Lezen en vasthouden dat op de printer
kan worden opgeslagen, instellen via het bedieningspaneel.
Als u een taak permanent wilt opslaan en de taak niet door de printer gewist mag worden, selecteert u
in het stuurprogramma de optie Opgeslagen taak.
Opgeslagen taken afdrukken
1.
Druk op
TAAK OPHALEN wordt gemarkeerd.
2.
Druk op
3.
Druk op
4.
Druk op
5.
Druk op
6.
Druk op
AFDRUKKEN wordt gemarkeerd.
7.
Druk op
NLWW
Voor de functies Privétaak, Vasthouden en Mopy moet de printer zijn voorzien van
Zorg dat u de afdruktaak in het printerstuurprogramma een eigen naam geeft.
voor meer informatie.
Menu
om naar MENU'S te gaan.
om TAAK OPHALEN te selecteren.
om uw GEBRUIKERSNAAM te markeren.
om uw GEBRUIKERSNAAM te selecteren.
om een TAAKNAAM te markeren.
om de TAAKNAAM te selecteren.
om AFDRUKKEN te selecteren.
Printerdrivers
of
Printerdrivers voor
Taakopslagfuncties
141