3.
Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u
de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de
printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer
verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen.
4.
Plaats de achterklep weer terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze
op zijn plaats klikt.
5.
Controleer de voorkant van de printer.
a.
Open de toegangsklep van de inktcartridges.
b.
Als er papier is achtergebleven in de printer, controleert u of de wagen met
inktcartridges helemaal rechts in de printer staat, verwijdert u
papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het afdrukmateriaal
langs boven uit de printer.
c.
Verplaats de wagen naar links, zoek naar vastgelopen afdrukmateriaal in de
printer aan de rechterkant van de wagen, verwijder papiersnippers of
verkreukeld afdrukmateriaal, en trek het afdrukmateriaal langs de
bovenkant van de printer naar u toe.
Papierstoringen oplossen
77