Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
3. Laagste vermogen instellen (zie
pagina 56).
4. CO
-gehalte controleren. Als de
2
waarde meer dan 1% van het boven-
genoemde bereik afwijkt, maatrege-
len van pagina 55 nemen.
5. Waarde in protocol opnemen.
6. Hoogste vermogen instellen (zie
pagina 56).
Hoogste/laagste vermogen selecteren
Regeling voor weersafhankelijke wer-
king
Servicemenu
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s indruk-
ken.
2. "Actorentest"
3. Laagste vermogen selecteren:
"Basisbelasting uit" selecteren.
Daarna verschijnt "Basisbelasting
aan" en draait de brander met het
laagste vermogen.
4. Hoogste vermogen selecteren:
"Volledige belasting uit" selecteren.
Daarna verschijnt "Volledige belas-
ting aan" en draait de brander met het
hoogste vermogen.
5. Vermogenskeuze beëindigen:
ä indrukken.
Regeling aan de CV-installatie aanpassen
De regeling moet afhankelijk van de uit-
rusting aan de installatie worden aange-
past.
56
(vervolg)
7. CO
-gehalte controleren. Als de
2
waarde meer dan 1% van het boven-
genoemde bereik afwijkt, maatrege-
len van pagina 55 nemen.
8. Na de controle OK indrukken.
9. Waarde in protocol opnemen.
Regeling voor verhoogde werking
Servicemenu
1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s indruk-
ken.
2. Met Ú "
" selecteren en met OK be-
vestigen.
Op de display verschijnt "I" en "on"
knippert.
3. Laagste vermogen selecteren:
OK indrukken, "on" verschijnt sta-
tisch.
4. Hoogste vermogen selecteren:
ä indrukken.
5. Met Ú "2" selecteren, "on" knippert.
6. OK indrukken, "on" verschijnt sta-
tisch.
7. Vermogenskeuze beëindigen:
ä indrukken.
■ Daartoe het gepaste installatie-
schema kiezen (zie volgende afbeel-
dingen).
■ Coderingen in verband met geplaatste
accessoires instellen: