Aanvullende info over de stappen
Aansluitdruk (dynamische druk)
bij aardgas
onder 17,4 mbar
(1,74 kPa)
17,4 tot 25 mbar
(1,74 tot 2,5 kPa)
boven 25 mbar
(2,5 kPa)
Functieverloop en mogelijke storingen
Warmteaanvraag
door regeling
ja
Ventilator start
ja
Ontsteking
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
bij propaan
onder 42,5 mbar
(4,25 kPa)
42,5 tot 57,5 mbar
(4,25 tot 5,75 kPa)
boven 57,5 mbar
(5,75 kPa)
Schermweergave
nee
nee
na ca. 51 s storing
F9
nee
Storing EE
(vervolg)
Maatregelen
Niet in bedrijf stellen en de gas- respec-
tievelijk propaanleverancier informeren.
CV-ketel in bedrijf stellen.
Vóór de installatie een afzonderlijke gas-
drukregelaar plaatsen en voordruk op
20 mbar (2 kPa) bij aardgas respectieve-
lijk 50 mbar (5 kPa) bij propaan instellen.
Gas- respectievelijk propaanleverancier
informeren.
Maatregel
Gewenste waarde
verhogen, voor
warmte-afname
zorgen
Ventilator, verbin-
dingskabels naar
de ventilator, voe-
dingsspanning op
ventilator en aan-
sturing van de ven-
tilator controleren.
Ontstekingsmodu-
le controleren
(aansturing 230 V
tussen stek-
ker "X2.1"
en "X2.2"). Gastoe-
voer controleren.
45