Functiebeschrijving
Externe uitbreidingen (accessoires)
Werking van de functie Extern vragen
op de pompen
De werking op de interne circulatiepomp
wordt in codeeradres 3F in de
groep "Algemeen" geselecteerd.
De werking op de desbetreffende CV-
pomp wordt in codeeradres d7 in de
groep "Verwarmingscircuit" geselec-
teerd.
De werking op een circulatiepomp voor
de boilerverwarming wordt in codering
5F in de groep "Warm water" geselec-
teerd.
Looptijd van de tapwatercirculatie-
pomp bij kortstondige werking
De tapwatercirculatiepomp wordt inge-
schakeld door het sluiten van het contact
op DE1, DE2 of DE3 via een toets. De
looptijd wordt via codeeradres "3d" in de
groep "Algemeen" ingesteld.
Analoge ingang 0 – 10 V
De 0 – 10 V-bijschakeling geeft een extra
gewenste ketelwatertemperatuur:
Regelingsfuncties
Externe omschakeling werkingsprogramma
De functie "Externe werkingspro-
gramma-omschakeling" wordt via de uit-
breiding EA1 gerealiseerd. Op de uit-
breiding EA1 zijn 3 ingangen (DE1 tot
DE3) beschikbaar.
156
(vervolg)
0 – 1 V wordt als "geen instelling voor
gewenste ketelwatertempera-
tuur" beoordeeld.
≙ gewenste waarde 10 °C
1 V
≙ gewenste waarde 100 °C
10 V
Tussen aardleiding en minpool van de
door de installateur te verzorgen span-
ningsbron moet een galvanische schei-
ding zijn gegarandeerd.
Uitgang aBJ
De volgende functies kunnen aan uit-
gang aBJ worden aangesloten:
■ Toevoerpomp naar substation
of
■ Tapwatercirculatiepomp
of
■ Storingsmeldinrichting
Functietoekenning
De functie van de uitgang aBJ wordt via
codeeradres "36" in de groep "Alge-
meen" op de regeling van de CV-ketel
geselecteerd.
De functie wordt via de volgende codeer-
adressen in de groep "Algemeen"
geselecteerd: