Externe uitbreidingen (accessoires)
Digitale gegevensingangen DE1 tot
DE3
De volgende functies kunnen als alter-
natief worden aangesloten:
■ Externe omschakeling werkingspro-
gramma voor telkens één verwar-
mingscircuit
■ Extern blokkeren
■ Extern blokkeren met storingsmel-
dingsingang.
■ Externe opvraag met minimale ketel-
watertemperatuur
■ Storingsmelding
■ Kortstondige werking van de tapwa-
tercirculatiepomp
Externe contacten moeten potentiaalvrij
zijn. Bij de aansluiting moeten de vereis-
ten van veiligheidsklasse II worden
nageleefd, d.w.z. 8,0 mm lucht- en kruip-
trajecten resp. 2,0 mm isolatiedikte tot de
actieve delen.
Functietoekenning van de ingangen
De functie van de ingangen wordt via
coderingen in de groep "Algemeen" op
de regeling van de CV-ketel geselec-
teerd:
■ DE1: codeeradres 3A
■ DE2: codeeradres 3b
■ DE3: codeeradres 3C
(vervolg)
Toekenning van de functie omscha-
keling werkingsprogramma aan de
verwarmingscircuits
De toekenning van de functie omscha-
keling werkingsprogramma voor het
betreffende verwarmingscircuit wordt via
codering d8 in de groep "Verwarmings-
circuit" op de regeling van de verwar-
mingsketel geselecteerd:
■ Omschakeling via ingang DE1: code-
ring d8:1
■ Omschakeling via ingang DE2: code-
ring d8:2
■ Omschakeling via ingang DE3: code-
ring d8:3
De werking van de omschakeling van het
werkingsprogramma wordt via codeer-
adres d5 in de groep "Verwarmingscir-
cuit" geselecteerd.
De tijdsduur van de omschakeling wordt
ingesteld via codering F2 in de
groep "Verwarmingscircuit".
Werking van de functie Extern blok-
keren op de pompen
De werking op de interne circulatiepomp
wordt via codering 3E in de groep "Alge-
meen" geselecteerd.
De werking op de desbetreffende CV-
pomp wordt in codeeradres d6 in de
groep "Verwarmingscircuit" geselec-
teerd.
De werking op een circulatiepomp voor
de boilerverwarming wordt in codering
5E in de groep "Warm water" geko-
zen.
Functiebeschrijving
155