•
Zorg ervoor dat alle onderdelen schoon zijn. Reinig de onderdelen van de pomp in reinigings-
middelen om olie, vet en vuil te verwijderen.
OPMERKING:
Bescherm bewerkte oppervlakken wanneer u de onderdelen reinigt. Wanneer u dat niet
doet, kan dit leiden tot schade aan apparatuur.
6.5.1 Richtlijnen voor vervanging
Behuizing controleren en vervangen
WAARSCHUWING:
Risico op overlijden of ernstig letsel. Lekkende vloeistof kan brand of verbrandingen ver-
oorzaken. Inspecteer en stel zeker dat de pakkingsafdichtingoppervlaktes niet beschadigd
zijn en repareer of vervang indien nodig.
De behuizing inspecteren op scheuren of deuken en overmatige slijtage. Reinig pakkingoppervlak-
ken en uitlijningstoepassingen grondig om roest en vuil te verwijderen.
Waaier vervangen
Deze tabel toont de criteria voor het vervangen van de waaier:
Waaieronderdelen
Waaieruiteinde
Schoepranden
Spiebaan en boringen Wanneer u schade ziet
Vervanging van pakkingen, O-ringen, pasringen en afdichtingen
WAARSCHUWING:
Risico op overlijden of ernstig letsel. Lekkende vloeistof kan brand of verbrandingen ver-
oorzaken. Vervang alle pakkingen en O-ringen bij elke revisie en demontage.
•
Vervang alle pakkingen en O-ringen bij elke revisie en demontage.
•
Controleer de afdichtingen. Deze moeten glad zijn en vrij van fysieke defecten. Om versleten
pasringen te repareren, snijdt u een laagje af in een draaimachine terwijl u een rekening houdt
met de afmetingen van de andere oppervlakken.
•
Vervang de onderdelen als de afdichtingen defect zijn.
WAARSCHUWING:
Risico van dodelijk of ernstig persoonlijk letsel en schade aan eigendommen. Bevestigings-
middelen zoals bouten en moeren zijn essentieel voor het veilig en betrouwbaar gebruik
van het product. Zorg voor juist gebruik van de bevestigingsmiddelen tijdens installatie of
hermontage van de eenheid.
•
Gebruik alleen bevestigingsmiddelen met de juiste afmetingen en van het juiste mate-
riaal.
•
Vervang alle verroeste bevestigingsmiddelen.
•
Zorg dat alle bevestigingsmiddelen goed zijn vastgedraaid en dat er geen ontbreken.
Model VIT, VIC and VIDS Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Wanneer vervangen
•
Wanneer de groeven dieper zijn dan 1.6 mm | 1/16 in., of
•
Bij gelijkmatige slijtage van meer dan 0.8 mm | 1/32 in.
Bij zichtbare scheuren, deuken of corrosieschade
6.5 Inspecties voorafgaand aan montage
73