Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding en veiligheid ..........................4 1.1 Inleiding ...............................4 1.1.1 Andere informatie aanvragen....................4 1.2 Veiligheid .............................4 1.2.1 Veiligheidstermen en -symbolen ....................5 1.2.2 Milieuveiligheid.......................... 6 1.2.3 Veiligheid van de gebruiker ....................... 6 1.2.4 Veiligheidsvoorschriften voor Ex-goedgekeurde producten in omgevingen met explosiegevaar ..............................8 1.3 Productgarantie ..........................
Pagina 4
Inhoudsopgave 4.7.3 Controlelijst voor aanzuigleiding ..................... 41 4.7.4 Controlelijst voor de afvoerleiding ................... 44 4.7.5 Aanvullende checklist voor leidingen ..................45 4.7.6 Eindcontrolelijst voor leidingen....................45 5 In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen................. 46 5.1 Voorbereiding voor opstarten ......................46 5.2 Koppelingsbescherming verwijderen....................
Pagina 5
9.1 Conformiteitscertificaten........................148 10 Andere relevante documentatie of handleidingen ................153 10.1 Voor bijkomende documentatie ..................... 153 11 Plaatselijke contactpersonen van ITT ....................154 11.1 Regionale kantoren ........................154 Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
De verboden methoden omvatten elke wijziging van de apparatuur of het gebruik van onderdelen die niet door ITT worden geleverd. Neem contact op met een ITT-vertegenwoordiger voordat u doorgaat als u vragen hebt over het juiste gebruik van de apparatuur.
Risico op verwonding en/of schade aan de eigendommen. Het gebruik van de pomp voor een oneigenlijke toepassing kan overdruk, overhitting en/of onstabiele werking veroorza- ken. Wijzig de servicetoepassing niet zonder de goedkeuring van een bevoegde ITT-verte- genwoordiger. 1.2.1 Veiligheidstermen en -symbolen...
Meld alle emissies naar het milieu aan de toepasselijke instanties. WAARSCHUWING: Als het product op enigerlei wijze is vervuild door giftige chemicaliën of nucleaire straling, stuur het product dan NIET naar ITT totdat het goed is ontsmet en informeer ITT hierover voordat u het terugstuurt. Elektrische installatie Raadpleeg het plaatselijke elektriciteitsbedrijf voor de vereisten voor recycling bij elektrische installa- ties.
1.2 Veiligheid Veiligheidsapparatuur Gebruik veiligheidsapparatuur volgens de richtlijnen van uw bedrijf. Gebruik de volgende veiligheids- apparatuur in het werkgebied. • Een helm • Een veiligheidsbril, bij voorkeur met zijkappen • Beschermende schoenen • Beschermende handschoenen • Een gasmasker • Gehoorbescherming •...
1.2 Veiligheid • Hijs het product uitsluitend op aan het hijswerktuig. • Let op het gevaar dat de installatie onverhoeds start wanneer het product wordt gebruikt in combinatie met automatische niveauregeling. • Let op voor de startruk, want deze kan hevig zijn. •...
ITT-vertegenwoordiger voordat u verdergaat. Vereisten voor personeel ITT wijst elke aansprakelijkheid af voor werkzaamheden die zijn uitgevoerd door ongeschoold of on- bevoegd personeel. Dit zijn de vereisten voor personeel voor Ex-goedgekeurde producten in omgevingen met explosie- gevaar: •...
Het defect is te wijten aan gebreken in ontwerp, materiaal of uitvoering. • De fouten worden aan een vertegenwoordiger van ITT gemeld binnen de garantieperiode. • Het product wordt alleen gebruikt onder de omstandigheden die in deze handleiding worden be- schreven.
Pagina 13
Garantieclaim ITT-producten zijn hoogwaardige kwaliteitsproducten met een betrouwbare werking en lange levens- duur. Als u toch aanspraak wilt maken op de garantie, kunt u contact opnemen met uw ITT-vertegen- woordiger. Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
2 Transport en opslag 2 Transport en opslag 2.1 Levering controleren 2.1.1 Het pakket controleren Inspecteer het pakket direct op beschadigde of ontbrekende items. Noteer eventuele beschadigde of ontbrekende items op het ontvangstbewijs en de vrachtbrief. Dien een claim bij het transportebedrijf in als iets niet in orde is. Als het product door een distributeur is opgehaald, kunt u de claim rechtstreeks bij de distribu- teur indienen.
Pagina 15
2.2 Richtlijnen voor transport • Veilige hijspunten zijn specifiek aangegeven in deze handleiding. Het is essentieel om de apparatuur aan deze punten op te hijsen. Integrale hijsringen of oogbouten op pomp en motor componenten zijn alleen bestemd voor het hijsen van individuele componenten.
2.3 Richtlijnen voor opslag Afbeeldingnr. 3: Voorbeeld van een juiste hijsmethode OPMERKING: Gebruik deze methode niet om een Polyshield ANSI Combo op te tillen terwijl de pomp en de motor zijn gemonteerd. Deze items zijn niet ontworpen om het zware gewicht van het Polyshield systeem aan te kunnen.
U kunt tijdens de oorspronkelijke bestelling van het apparaat een langdurige opslagbehandeling aan- schaffen, of deze behandeling aanschaffen wanneer het apparaat al bij u geïnstalleerd is. Neem con- tact op met uw plaatselijke ITT-vertegenwoordiger. 2.3.3 Vorstbestendigheid In de volgende tabel wordt aangegeven in welke mate de pomp bestand is tegen vorst: Pomptoestand Dan...
3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Algemene beschrijving De 3180 modellen zijn horizontale, van eindaanzuiging voorziene centrifugaalpompen die ontworpen zijn voor zware procestoepassingen. Afbeeldingnr. 5: Model van 3180 en 3185 Afbeeldingnr. 6: Model van 3181 en 3186 3.1.1 Beschrijving van onderdelen Behuizing Kenmerk Beschrijving...
Pagina 19
3.1 Algemene beschrijving Rotorblad Rotorbladoptie Beschrijving Open met aan- • Gelevered als standaard bij modellen 3180 en 3185 (behalve van XL1, XL2-S en XL2) zuigzijplaat (niet • Optioneel geleverd bij modellen 3181 en 3186 beschikbaar op • Beschikbaar voor alle pompsmaten (behalve van XL1, XL2-S en XL2) XL1, XL2-S en •...
Pagina 20
3.1 Algemene beschrijving Optie afdichtings- Beschrijving kamer TaperBore™ PLUS • Gebruikt met mechanische afdichting • Maakt gebruik van een optionele Vane Particle Ejector (VPE)-ring voor langere le- vensduur van de afdichting TaperBore™ PLUS • Alleen voor gebruik met de 3181 en 3186 met pakkingcon- •...
3.2 Algemene beschrijving i-ALERT®2 Equipment Condition Monitor Hardware Alle bevestigingen en draadaansluitingen zijn metrisch. Draairichting De draairichting is met de klok mee (rechter hand), gezien vanuit het uiteinde van de aandrijving. ISO 2858 conformiteit Modellen 3185 en 3186 voldoen aan de ISO 2858 norm indien van toepassing. De ISO-norm staat flensen van 125 mm toe, die nominaal flensen van 5 inch zijn.
Pagina 22
3.3 Informatie over typeplaatjes Typeplaatje op de pompbehuizing met Nederlandse eenheden Afbeeldingnr. 7: Typeplaatje op de pompbehuizing met Nederlandse eenheden Tabelnr 2: Uitleg over het typeplaatje op de pompbehuizing Typeplaatjeveld Verklaring IMPLR. DIA. Waaierdiameter, in inches MAX. DIA. Maximale waaierdiameter, in inches Nominaal debiet in gallon per minuut FT HD Nominale opvoerhoogte in voet...
Zorg ervoor dat de pompaandrijving en alle an- dere hulpcomponenten voldoen aan de vereiste gebiedsclassificatie op de locatie. Als deze niet compatibel zijn, gebruik dan de apparatuur niet maar neem contact op met een ITT- vertegenwoordiger voordat u doorgaat.
Elektrische aansluitingen moeten door gecertificeerde elektriciens worden gemaakt conform alle internationale, nationale en plaatselijke regels. • Voor correcte installatie wordt supervisie door een bevoegde ITT-vertegenwoordiger aanbevolen. Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de apparatuur of vermin- derde prestaties. 4.1.1 Richtlijnen voor pomplocatie...
4.1 Voorinstallatie 4.1.2 Funderingsvereisten Vereisten • De locatie en afmetingen van de gaten voor de funderingsbouten moet overeenkomen met die te zien zijn op de montagetekening die bij het informatiepakket van de pomp is geleverd. • De fundering moet tussen twee en drie keer zoveel wegen als het gewicht van de pomp, grond- plaat en aandrijving.
4.2 Procedures voor montage van grondplaat 4.2 Procedures voor montage van grondplaat 4.2.1 De grondplaat voorbereiden voor montage Verwijder eerst de apparatuur die is bevestigd op de grondplaat. Maak de onderzijde van de grondplaat grondig schoon. Soms is het nodig de onderzijde van de grondplaat te coaten met een epoxyprimer. Gebruik een epoxy-primer alleen als u een mortel op epoxybasis gebruikt.
4.2 Procedures voor montage van grondplaat • Een maximaal verschil in lengte 3,2 mm | 0,125 inch • Een maximaal kruisverschil 1,5 mm | 0,059 inch U kunt het werkblad voor het waterpas zetten van de grondplaat gebruiken bij het aflezen van de waarden.
Pagina 28
4.2 Procedures voor montage van grondplaat Leg een precisiewaterpas in de lengterichting op een van de twee blokken. Leg de andere precisiewaterpas dwars op de uiteinden van de twee blokken. Zet de blokken waterpas door de vier stelschroeven in de hoeken af te stellen. Zorg dat de afleeswaarden van beide precisiewaterpassen zo dicht mogelijk bij de nul staan.
4.2 Procedures voor montage van grondplaat Item Beschrijving Montageblokken van aandrijving Precisiewaterpassen Funderingsbouten Stelschroeven Mortelgat Montageblokken van pomp Afbeeldingnr. 17: Zet niveau van de pomp montageblokken Draai de moeren voor de funderingsbouten met de hand aan. Controleer of de montageblokken van de aandrijving waterpas zijn en pas de stelschroeven en funderingsbouten zo nodig aan.
Pagina 30
4.2 Procedures voor montage van grondplaat Plaats de grondplaat op een steun boven the fundering/vloer. Tussen de grondplaat en de fundering/vloer moet zich voldoende ruimte bevinden om de veer- constructies te kunnen installeren. Monteer de veren: Bevestig een zeskantklemmoer en een zeskantmoer op een veerbout op 5,00 cm hoogte. Installeer een lagerblok op de bout.
4.2 Procedures voor montage van grondplaat Pas de hoogte aan en zet de grondplaat waterpas door de onderste stelmoeren te verplaat- sen. Wanneer de grondplaat waterpas is, draait u de bovenste zeskantmoeren aan zodat de bo- venste veren niet los in de veervolgers liggen. Draai de onderste en bovenste tegenmoeren op elke veerconstructie aan.
Pagina 32
4.2 Procedures voor montage van grondplaat Plaats de onderste stelmoeren op de bout op de hoogten (X1 en X2) die zijn aangegeven op de gecertificeerde GA-dimensietekening. Pas de afstanden aan door de zeskantsmoer en de zeskantklemmoer omhoog of omlaag te be- wegen.
4.4 Pomp-met-aandrijving uitlijning Monteer de aandrijving op de grondplaatGebruik passende bouten en draai deze met de hand aan. Installeer de koppeling. Zie de installatieinstructies van de fabrikant van de koppeling. 4.4 Pomp-met-aandrijving uitlijning Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: • Als de aandrijving niet wordt losgekoppeld en uitgeschakeld, kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel of dood.
Gebruik de juiste toleranties. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot verkeerde uitlijning. Neem contact op met ITT voor meer informatie. Wanneer indicatoren worden gebruikt om de uiteindelijke uitlijning te controleren, dan zijn de pomp en aandrijfeenheid correct uitgelijnd wanneer de totale indicatorafwijking maximaal 0,05 mm (0,002 inch) is bij bedrijfstemperatuur.
4.4 Pomp-met-aandrijving uitlijning Met deze meetklok wordt verkeerde hoekuitlijning gemeten. Afbeeldingnr. 18: Meetklokbevestiging Draai het koppelingsgedeelte (X) van de pomp om te controleren dat de meetklokken in contact komen met het koppelingsgedeelte van de aandrijving (Y) maar ga niet tot op het einde. Stel de meetklokken zo nodig af.
4.4 Pomp-met-aandrijving uitlijning Stel de indicator (A) voor hoekuitlijning in op nul aan de linkerkant van de aandrijfkoppelings- helft (Y), 90 ° van de positie bovenaan in het midden (9 uur). Draai de indicator door de positie bovenaan in het midden naar rechts 180 ° vanaf de startposi- tie (3 uur).
De opgegeven toegestane afleeswaarden zijn alleen geldig bij bedrijfstemperatuur. Bij kou- de instellingen zijn andere waarden toegestaan. Gebruik de juiste toleranties. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot verkeerde uitlijning. Neem contact op met ITT voor meer informatie. 4.4.5.4 Voer parallelle uitlijning uit voor een horizontale correctie Raadpleeg de uitlijningstabel in "Toegestane indicatorwaarden voor uitlijningscontroles"...
4.5 Grondplaat ingieten 4.4.5.5 Voer een volledige uitlijning uit voor een verticale correctie Een eenheid is volledig uitgelijnd wanneer zowel de hoekindicator (A) als de parallelle indicator (P) niet meer dan 0,05 mm | 0,002 inch afwijken, zoals het wordt gemeten op vier punten 90° uit elkaar. Zet de hoek- en parallelle indicatoren op nul op de positie bovenaan in het midden (12 uur) van de koppelingshelft van de aandrijving (Y).
Wanneer u een stromingsbeperker moet installeren U kunt een stromingsbeperker installeren in een bypassleiding en deze afstellen om te voorkomen dat er te veel stroming wordt omgeleid. Neem contact op met uw ITT-vertegenwoordiger voor hulp bij het afstellen van een stromingsbeperker.
4.7 Controlelijsten voor leidingen Wanneer er geen stromingsbeperker beschikbaar is Overweeg het gebruik van een automatische recirculatieregelklep of elektromagnetische klep als een constante omleiding (door middel van een stromingsbeperker) niet mogelijk is. 4.7 Controlelijsten voor leidingen 4.7.1 Algemene controlelijst voor leidingen Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: •...
4.7 Controlelijsten voor leidingen Controleer het volgende: Uitleg/opmerking Gecontro- leerd Sluit geen leidingen aan op de — pomp totdat: • De mortel voor de grondplaat is uitgehard. • De mortel voor de putafdek- king is uitgehard. • De ankerbouten van de pomp en de aandrijving zijn vastge- draaid.
4.7 Controlelijsten voor leidingen 4.7.3 Controlelijst voor aanzuigleiding Referentie voor prestatiecurven VOORZICHTIG: Varieer de capaciteit altijd met de regelklep in de afvoerleiding. Smoor nooit de stroom van- af de aanzuigkant. Deze actie kan leiden tot verminderde prestaties, onverwachte warmte- ontwikkeling en schade aan apparatuur. Controles op aanzuigleidingen Controleer het volgende: Uitleg/opmerking...
Pagina 44
4.7 Controlelijsten voor leidingen Vloeistofbron onder de pomp Controleer het volgende: Uitleg/opmerking Gecontro- leerd Zorg dat de aanzuigleiding vrij is van Hiermee voorkomt u dat er lucht de pompinlaat bin- luchtbellen. nenkomt of dat er cavitatie optreedt. Controleer of de aanzuigleiding schuin —...
Pagina 45
4.7 Controlelijsten voor leidingen Voorbeeld: Elleboog (of andere stroomverstoring) dicht bij de zuiginlaat van de pomp Juist Onjuist De juiste afstand tussen de inlaatflens van de pomp en de dichtstbijzijnde onderbreking van de toevoer (elle- boog, klep, filter of expansiekoppeling) moet minstens vijf keer de diameter van de leiding zijn.
4.7 Controlelijsten voor leidingen 4.7.4 Controlelijst voor de afvoerleiding Controlelijst Controleer het volgende: Uitleg/opmerking Gecontro- leerd Controleer of in de afvoerlijn een isola- De isolatieklep is vereist voor: tieklep is geïnstalleerd. Voor soortelijk • Vulling gewicht minder dan 0,60, minimaliseer •...
4.7 Controlelijsten voor leidingen 4.7.5 Aanvullende checklist voor leidingen Voorzorgsmaatregelen OPMERKING: Hulpkoel- en spoelsystemen moeten juist worden gebruikt om overmatige warmteontwikke- ling, vonken en / of voortijdige storingen te voorkomen. Zorg ervoor dat de hulpleidingen zijn geïnstalleerd zoals aangegeven op het gegevensblad van de pomp vóór het opstarten. Wanneer installeren moet u misschien extra leidingen installeren voor lagerkoeling, het koelen van het afdichtingskamer- deksel, mechanische afdichting flush of andere speciale onderdelen die bij de pomp zijn geleverd.
5 In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen 5 In bedrijf stellen, opstarten, bedienen en uitschakelen 5.1 Voorbereiding voor opstarten WAARSCHUWING: • Risico op ernstige persoonlijke verwonding en overlijden. Het overschreiden van de gebruikslimieten van de pomp (bv. druk, temperatuur, kracht, etc.) kan resulteren in het falen van de apparatuur, zoals explosies, dysfunctie, of lekkage.
5.2 Koppelingsbescherming verwijderen • Verwijs naar de installatie- en gebruikershandleiding van de motor-/koppeling-/ tandwielfabrikant voor instructies en aanbevelingen. Voorzorgsmaatregelen VOORZICHTIG: Als een mechanische cassetteafdichting gebruikt wordt, zorg voor het opstarten dat de stel- schroeven in de sluitring van de afdichting zijn aangedraaid en de middenklemmen verwij- derd zijn voor het opstarten.
5.3 Rotatie controleren Het is niet nodig de eindplaat aan de pompkant uit het pomplagerhuis te verwijderen. U kunt bij de tapbouten van de lagerbehuizing zonder deze eindplaat te verwijderen, wanneer onderhoud aan interne pomponderdelen nodig is. Verwijder het pompgedeelte van de koppelingsbescherming: Spreid de onderzijde iets.
5.4 Rotorbladvrijslag controleren 5.4 Rotorbladvrijslag controleren Door de rotorbladvrijslag te controleren, weet u zeker dat: • De pomp vrij draait. • De pomp met optimale efficiëntie werkt, zodat een lange levensduur en laag energieverbruik zijn verzekerd. 5.4.1 Axiale vrije ruimte van de waaier Totale axiale afstelling De totale axiale aanpassing van de waaier tussen de aanzuigzijplaat of ring en de pakkingbusafdek- king moet tussen 0,7 mm en 2,2 mm liggen.
5.5 Rotorbladvrijslag instellen 5.5 Rotorbladvrijslag instellen Het belang van de juiste rotorbladvrijslag Een juiste verwijdering van de rotatorblad zorgt ervoor dat de pomp op hoge prestaties draait. OPMERKING: Stel de koude (omgevings) waaierruimte in volgens deze tabel. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot warmteontwikkeling en schade aan apparatuur.
5.5 Rotorbladvrijslag instellen Draai de klembouten (370C) aan. Draai de stelbouten stevig aan. (371A). Zorg dat de meetklok de juiste instelling blijft tonen. 10. Zorg dat de as vrij kan draaien. Vervang de koppelingsbescherming. 12. Controleer zowel de druk (332A) en radiale (333A) labyrintafdichting om er zeker van te zijn dat ze goed in de behuizing passen.
5.6 Pomp en aandrijving koppelen Draai de stelbouten (371A) gelijkmatig vast (een slag per keer) bij het doen van deze afstelling. Draai de klembouten (370C) gelijkmatig aan en daarna de afstelbouten (371A) terwijl u zorgt dat de meetklok de juiste instelling blijft tonen. Zorg dat de as vrij kan draaien.
5.6 Pomp en aandrijving koppelen 5.6.1 Koppelingsbescherming installeren WAARSCHUWING: • Het laten draaien van een pomp zonder veiligheidsapparatuur stelt gebruikers in ge- vaar voor ernstig persoonlijk letsel of de dood. Gebruik nooit een eenheid tenzij ge- schikte veiligheidsvoorzieningen correct zijn geïnstalleerd, zoals afschermingen of andere.
Pagina 56
5.6 Pomp en aandrijving koppelen Item Beschrijving Ringvormige groef Eindplaat aan pompkant Aandrijving Pompgedeelte van koppelingsbe- scherming Afbeeldingnr. 28: Installatie van het beschermingsgedeelte De ringvormige groef in het koppelingsbeschermingsgedeelte moet rondom de eindplaat passen. Item Beschrijving Ringvormige groef Eindplaat (pompzijde) Beschermingsgedeelte Afbeeldingnr.
5.7 Lagersmering Item Beschrijving Moer Ring Bout Afbeeldingnr. 30: Vast de koppelingsbeschermingsgedeelde aan de eindplaat Breng het aandrijvingsgedeelte van de koppelingsbescherming in positie: Spreid de onderzijde iets. Plaats het aandrijvingsgedeelte van de koppelingsbescherming over het pompgedeelte van de koppelingsbescherming. De ringvormige groef in het koppelingsbeschermingsgedeelte moet zich tegenover de motor be- vinden.
5.7 Lagersmering 5.7.1 Olievolume Vereisten voor olievolume Frame Quarts Liters 12,2 11,6 XL2-S en XL2 24,0 22,7 5.7.2 Vereisten voor oliesmering Gebruik een turbineolie van hoge kwaliteit met roest- en oxidatieremmers. Vereisten voor oliesmering Lagertemperatuur onder 82°C Lagertemperatuur boven | 180°F 82°C | 180°F ISO-niveau ISO VG-klasse 68...
5.8 Opties voor asafdichting Situatie Dan... U beschikt niet Giet olie in de vulaansluiting aan de bovenkant van het lagerframe totdat het over de optie niveau de markering het midden van het oliepeilvenster bereikt. Gebruik voor een cons- een turbineolie van hoge kwaliteit met roest- en oxidatieremmers. tant olieniveau U beschikt over ®...
5.8 Opties voor asafdichting 5.8.2 Aansluiting van vloeistofafdichting voor mechanische afdichtingen Smering van de afdichting is vereist Tussen de afdichtingsvlakken moet zich vloeistoffilm bevinden voor goede smering. Bepaal de loca- tie van de kranen aan de hand van de afbeeldingen die bij de afdichting worden geleverd. Afdichting doorspoelmethodes Tabelnr 10: U kunt deze methoden gebruiken om de afdichting te spoelen of te koelen: Methode...
5.8 Opties voor asafdichting Situatie Actie De druk van de pakkingbus is lager dan de Een externe bron van een schone, compatibele vloeistof is ver- atmosferische druk of de gepompte vloeistof eist. is niet schoon. Een externe bron van een schone, compati- U moet de leidingen op de lantaarnringaansluiting aansluiten bele vloeistof is vereist.
5.8 Opties voor asafdichting Lantaarnring spoelaansluiting Drukstuk (niet afgekoeld) Lantaarnring Steek de pakking en breng de verbindingen in elke ring verspringend met 90° aan. Installeer de pakkingbusonderdelen in deze volgorde: Twee pakkingringen Eén lantaarnring (tweedelig) Drie pakkingringen OPMERKING: Zorg dat de lantaarnring zich bij de spoelverbinding bevindt zodat doorspoeling mogelijk is. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot verminderde prestaties.
5.9 Pomp vullen Tabelnr 12: Functie van onderdeel van secundaire afdichting Secundair afdichtingsty- Omschrijving en bediening Grafietpakking Grafietpakking biedt voldoende levensduur bij drooglopen, maar kan langer goede prestaties leveren bij smering met schoon water of vet. • Wanneer u smeert met schoon water, vermindert de afscherming zowel de kwantiteit als de druk van afdichtingswater.
5.9 Pomp vullen Item Beschrijving Afvoerisolatieklep Keerklep Aanzuigisolatieklep Afbeeldingnr. 32: Zuigtoevoer boven de pomp 5.9.2 Pomp vullen met aanzuigtoevoer onder de pomp Gebruik een bodemklep en een externe vloeistofbron om de pomp te vullen. De vloeistof kan afkom- stig zijn van een van de volgende bronnen: •...
Pagina 65
5.9 Pomp vullen Item Beschrijving Afvoerisolatieklep Afsluitklep Afkomstig van externe toevoer Bodemklep Keerklep Afbeeldingnr. 33: Pompaanzuiging met aanzuigtoevoer onder pomp met voetklep en een ex- terne toevoer Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
5.10 Pomp starten Item Beschrijving Omloopleiding Afsluitklep Bodemklep Keerklep Afvoerisolatieklep Afbeeldingnr. 34: Pompaanzuiging met aanzuigtoevoer onder pomp met voetklep met bypass rond terugslagklep 5.9.3 Andere methoden om de pomp te vullen U kunt deze methoden ook gebruiken om de pomp te vullen: •...
5.11 i-ALERT®2 Equipment Health Monitor OPMERKING: Risico op schade aan de apparatuur van pure of met pure olie- of spoelolienevel gesmeer- de eenheden. Verwijder de pluggen van de kijkpoort om te controleren of de olienevel goed stroomt. Herinstalleer de pluggen na bevestiging. Voordat u de pomp start, moet u het volgende doen: •...
5.13 Pomp uitschakelen • De verpompte vloeistof overschrijdt de nominale stroomsnelheid. • Gebruik de pomp niet boven de maximale stroming. Raadpleeg de pompprestatiecur- ve voor de maximale stroming. • Gebruik de pomp niet onder de hydraulische of thermische minimum stroming. Raad- pleeg het technisch handboek en de pompprestatiecurves voor de minimum hydrauli- sche stromingen.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot valse basislijnniveaus die ertoe kunnen leiden dat de gezondheidsmonitor per ongeluk waarschuwt. Plaats een magneet op de gezondheidsmonitor over het ITT-logo om de stroom in te schakelen. De gezondheidsmonitor begint een nieuw basislijntrillingsniveau vast te stellen.
Pagina 70
5.16 Definitieve uitlijning van pomp en aandrijving uitvoeren • Elektrische aansluitingen moeten door gecertificeerde elektriciens worden ge- maakt conform alle internationale, nationale en plaatselijke regels. • Verwijs naar de installatie- en gebruikershandleiding van de motor-/koppeling-/ tandwielfabrikant voor instructies en aanbevelingen. •...
6 Onderhoud 6 Onderhoud 6.1 Onderhoudsschema Onderhoudscontroles Een onderhoudsschema omvat de volgende typen inspecties: • Routineonderhoud • Routine-inspecties • Driemaandelijkse inspecties • Jaarlijkse inspecties De inspectie-intervallen moeten worden verkort wanneer de verpompte vloeistof schurend en/of bij- tend is of wanneer de omgeving als potentieel explosief is geclassificeerd. Routine-inspecties Voer de volgende taken uit wanneer u de pomp controleert tijdens routinecontroles: •...
Deze secties voor lagersmering vermelden de verschillende temperaturen van de verpompte vloeistof. Als de pomp ATEX-gecertificeerd is en de temperatuur van de pompvloeistof overschrijdt de toegestane temperatuurwaarden, raadpleeg dan uw ITT-vertegenwoordiger. Verwijs naar de installatie- en gebruikershandleiding van de motor-/koppeling-/tandwielfabrikant voor instructies en aanbevelingen.
Als cassetteafdichtingen door de gebruiker worden geïnstalleerd moeten de houderklemmen voor de montage worden losge- maakt, waardoor de afdichting op zijn plaats kan glijden. Als de afdichting door ITT-Goulds in de pomp is gemonteerd zijn deze klemmen al losgemaakt.
6.3 Onderhoud asafdichting Aanvaardbare lekkagesnelheid Het is niet nodig om de pomp uit te schakelen of te demonteren om de werking van de pakking te inspecteren. Tijdens normaal functioneren zal de pakking ongeveer één druppel per seconde lekken. Afstelling drukstuk Stel het drukstuk af als de lekkage meer of minder is dan de opgegeven hoeveelheid.
6.3 Onderhoud asafdichting Onderhoud van de grafietpakking Voor grafietpakkingen is hetzelfde onderhoud nodig als voor andere pakkingen. Voer de volgende onderhoudstaken uit als er geen wijzigingen meer kunnen worden aangebracht met het drukstuk omdat dit contact maakt met het oppervlak van de bus: •...
6.4 Demontage Geïnjecteerde vloeistof Tijdens de werking kan de geïnjecteerde vloeistof het ontwateren van de voorraad of vergelijkbare problemen voorkomen. Bij het afsluiten kan het in samenwerking met de afvoer worden gebruikt om harde deeltjes of schadelijke vloeistoffen uit de kamer te spoelen. 6.4 Demontage 6.4.1 Voorzorgsmaatregelen demontage WAARSCHUWING:...
6.4 Demontage • Takel en riem • Inductieverwarmer • Koevoeten • Inbusbouten • Zachte hamer • Steeksleutel • Momentsleutel • Sleutels • Hijsoog (afhankelijk van pomp / motor maat) 6.4.3 Pomp aftappen VOORZICHTIG: • Risico op ernstige persoonlijk letsel. Laat alle system - en pomponderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt.
6.4 Demontage Koppelingsbescherming Koppeling Als de pomp met olie wordt gesmeerd, tapt u de olie af uit het lagerframe. 6.4.4 Achterste uitschuifconstructie verwijderen Plaats een strop van de takel door de armen van het frame (228) boven de as van de pomp. WAARSCHUWING: •...
6.4 Demontage 370A 388K Dit voorbeeld toont de pompen 3181 en 3186: Verwijder de ankerbouten van het lagerframe. Verwijder de achterste uitschuifconstructie uit het behuizing: Uw model van Dan... de pomp is... groepen van Draai de bouten van de behuizing (370A) voldoende los om de ogen van de behuizing (748) 180°...
6.4 Demontage 222E 6.4.6 Verwijder de slijtring van de behuizing (voor XL1, XL2-S en XL2) Deze procedure is alleen van toepassing op pompen met een omsloten waaier. Verwijder de zeskantmoeren (357A) van de slijtringbouten van de behuizing (356E). Verwijder de slijtring van de behuizing (164) van de behuizing (100) met behulp van een koe- voet in de daarvoor bestemde sleuf.
6.4 Demontage Deze procedure is alleen van toepassing op modellen met een open waaier of een Shearpelle Verwijder de zeskantige moeren (357A) van de bouten (356E) van de zijplaat. Verwijder de zijplaat (176) van de behuizing (100) met behulp van een koevoet in de aanwezige sleuf.
6.4 Demontage VOORZICHTIG: Risico op ernstige persoonlijk letsel door scherpe randjes. Draag zware werkhandschoe- nen bij het beheren van de rotatorbladen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de koevoeten zijn uitgelijnd met de waaierschoepen om schade aan de ro- tatorblad te voorkomen. De pomp heeft een van deze waaiers.
6.4 Demontage 412F 412A Koevoet (boven) Koevoet (onder) Wrik de waaier van de as af met behulp van twee stangen tegenover elkaar. Plaats deze tussen het deksel en de waaierversterking. U kunt ook een waaiertrekker gebruiken. Waaiertrekker Verwijder de kopschroeven (320) van de slijtring (202) van de waaier. Waarschijnlijk moet u de koppen van de kopschroeven met inbus(320) verwijder met behulp van een 3/8 in (10,0 mm) boortje als de koppen zijn versleten.
6.4 Demontage Koevoet (boven) Koevoet (onder) Loer de Shearpeller van de schachts af met behulp van twee tegenover elkaar liggende sta- ven en de Shearpelle lijkwade. U kunt ook een waaiertrekker gebruiken. Waaiertrekker 6.4.9 Verwijder de pakkingbusafdekking WAARSCHUWING: Pakkingbusafdekkingen zijn zwaar. Gebruik de juiste ondersteuning om lichamelijk letsel te voorkomen.
Pagina 87
6.4 Demontage Draai een oogbout van 10mm in het tapgat in de klep (184) en strop om te hijsen. Verwijder de zeskantkopbouten: Als de groep van uw pomp gelijk is Dan... aan ... S, M, L en XL Verwijder de acht zeskantkopbouten (370B) van de klep (184). XL1, XL2-S en XL2 Verwijder de twee zeskantbouten (370H) van de frameadapter (108).
6.4 Demontage 370H Verwijder de asmof (126). Gebruik indien nodig een trekker. Bustrekker 6.4.10 Verwijder de TaperBore PLUS™ afdichtingskamer WAARSCHUWING: Afdichtingskamers zijn zwaar. Gebruik de juiste ondersteuning om lichamelijk letsel te voor- komen. Koppel de stelklemmen op de mechanische afdichting opnieuw. Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 89
6.4 Demontage 356Y Draai een oogbout van 10mm in het tapgat in de afdichtingskamer (184) en strop om te hijsen. Verwijder de zeskantbouten: Als de groep van uw pomp gelijk is Dan... aan ... S, M, L en XL Verwijder de acht zeskantkopbouten (370B) van de klep (184). XL1, XL2-S en XL2 Verwijder de twee zeskantbouten (370H) van de frameadapter (108).
6.4 Demontage 370H Verwijder de vier zeskantmoeren (355) van de drukafdichtingsplaat. Draai de stelschroeven op de afdichtingsring van de aandrijving en schuif de bus uit de afdich- ting. Voer het onderhoud uit volgens de instructies van de fabrikant van de afdichting. 6.4.11 Verwijder de dynamische afdichting WAARSCHUWING: Afdekkingen zijn zwaar.
6.4 Demontage Als uw secundaire afdichting ... Dan... Membraandichting Verwijder het drukstuk (107) en het membraan (146) van de pakkingbus. Draai een oogbout van 10mm in het tapgat in de klep (184) en strop om te hijsen. Verwijder de acht zeskantkopbouten (370B) van de klep (184). Haal de klep voorzichtig van het frame met behulp van een zachte hamerslag op de droge kant van de klep.
6.4 Demontage 370B 6.4.13 Lagerframe demonteren Maak het lagerframe stevig aan een werkbank vast. Verwijder de koppelingsnaaf van de as door de stelschroef los te draaien (indien aanwezig) en een trekker te gebruiken. Verwijder de koppelingsspie (400). Verwijder de eindplaat van de koppelingsbescherming door de afstelschroeven (370C) van de lagerbehuizing te verwijderen.
6.4 Demontage Tik op het uiteinde van de as van de waaier met een zachte hamer omhet verwijderen te verge- makkelijken. Roterend element. Verwijder de borgring (253B) van de druklager door de kopschroeven met inbus (236A) te ver- wijderen. Schuif het borgringenhuis (134A) van de borgringen af. 10.
6.4 Demontage Steek een ring tussen de verstelbout aan de onderkant en de veervolger. Installeer een vering en een andere volger. Installeer deze submontage vanaf de onderkant van de grondplaat. Installeer de bovenste helft van de veermontering, die bestaat uit een volger, een veer, een an- dere volger en een platte sluitring.
Pagina 95
6.4 Demontage afzonderlijk ondersteunen. Wanneer u dat niet doet, kan dit leiden tot schade aan appara- tuur. Verwijder de pomp en motor van de grondplaat om de veren te kunnen verwijderen. Zorg dat alle veren zijn geblokkeerd tegen vrije expansie. Licht de grondplaat op en ondersteun deze, zodat de montagebeugels voor de veren ongeveer 406 mm boven de fundering/vloer zweven.
6.5 Inspecties bij voormontage 6.5 Inspecties bij voormontage 6.5.1 Richtlijnen voor vervanging Behuizing controleren en vervangen WAARSCHUWING: Risico op overlijden of ernstig letsel. Lekkende vloeistof kan brand of verbrandingen ver- oorzaken. Inspecteer en stel zeker dat de pakkingsafdichtingoppervlaktes niet beschadigd zijn en repareer of vervang indien nodig.
6.6 Montage 6.5.2 Vastmaken WAARSCHUWING: Risico op ernstige persoonlijke letsel of schade aan de apparatuur. Bevestigingsmiddelen zoals bouten en moeren zijn essentieel voor het veilig en betrouwbaar gebruik van het pro- duct. Zorg voor juist gebruik van de bevestigingsmiddelen tijdens installatie of hermontage van de eenheid.
Pagina 98
6.6 Montage Schuif de hoekvormige contact duplexlagers (112) op de as in de juiste richting. Duw de doorvoer aan de binnenkant stevig samen tegen de schouders totdat ze afkoelen en op hun plaats passen. Plaats de borgring (382) op de as en installeer de lagerborgmoer (136) nadat de lagers zijn afgekoeld.
Pagina 99
6.6 Montage Is uw lager- Dan... frame... Oliesmering Zorg dat de olieterugvoer volledig is geopend (geen plug). Olieterugvoer Vetsmering Zorg ervoor dat plug (370E) in het einde van de radiale olieterugvoer geplaatst is. Als u de smering van vet in olie wijzigt, verwijder dan het opgehoopte vet van de olieterugvoer nadat u de plug verwijdert.
Pagina 100
6.6 Montage Als de Dan... groep van uw pomp gelijk is aan ... 228 360 109A 370K Smeer de boring van de lagers (buitenkant van de radiale lagers), het druklagerbehuizing, en de O-ring een klein beetje met vet of dunne olie in. Steek het draaiende onderdeel voorzichtig in het lagerframe.
Pagina 101
6.6 Montage Als de Dan moeten En de lagerbehuizing ziet er als volgt uit... pomp dit ty- de volgen- pe smering de woorden gebruikt... bovenaan verschij- nen... Oliesmering "BOVEN OLIE" 134A De eindplaat van de koppelbescherming aan de lagerbehuizing monteren: Plaats de eindplaat van de koppelbescherming op de gaten van de lagerbehuizing in het druklagerhuis en plaats de zeskantkopbouten (370C).
Pagina 102
6.6 Montage Als u smeert Dan... met... Plaats het oliepeilvenster (319) aan de rechterkant van het frame (228). Als u een smeerbus met druppelaar installeert, moet u deze aan de linkerzijde van het frame installeren, gezien vanaf het koppelinguiteinde. Raadpleeg de aparte in- structies voor het installeren van een smeerbus met druppelaar.
6.6 Montage 6.6.2 Monteer de frameadapter op het frame (XL1, XL2-S en XL2) Steek een oogbout van 20 mm in het getapte gat aan de bovenkant van de frameadapter (108) en til deze op aan een hijstoestel. Installeer de frameadapter (108) op het frame met behulp van acht zeskantbouten (370B). 370B 6.6.3 Monteer de TaperBore PLUS afdichtingskamer Breng een ruime hoeveelheid anti-aanslagmengsel op de boring van de asbus (126) en de as...
Pagina 104
6.6 Montage Als de Dan... groep van uw pomp ge- lijk is aan ... XL1, Installeer de afdichtingskamer (184) en de zeskantbouten (370H) op de frameadap- XLS-2 en ter (108). 370H Schuif de cassetteafdichting op de pakkingmoeren en controleer of de tapverbindingen in de juiste positie staan.
6.6 Montage 6.6.4 Monteer de pakkingbusafdekking WAARSCHUWING: Gebruik geen pakkingen met asbest; dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Breng een ruime hoeveelheid anti-aanslagmengsel op de boring van de asbus (126) en de as zelf (122) aan, zoals Loctite Nickel Anti-seize. Schuif de bus over de as.
6.6 Montage Als de Dan... groep van uw pomp gelijk is aan ... 370H Installeer de pakking en stel deze af nadat de waaier is geïnstalleerd en de vrije ruimte is inge- steld. Als u conventionele onderdeelafdichtingen gebruikt, moet u deze installeren conform de instruc- ties van de fabrikant van de afdichting en conform de installatietekeningen.
Pagina 107
6.6 Montage Is uw dynamische af- Dan... dichting ... Installeer de afdichting op het lagerframe (228) met acht zeskantbou- ten (370B). Gebruik de oogbout, riem en strop zoals vereist. Plaats de O-ring (412U) van de waaier op de asbus en installeer de waaier (262) stevig tegen de bus.
6.6 Montage Uitlijning van stap op volger met blootgestelde zijde van het drukstuk. 6.6.6 Installatie van de waaier Als uw pomp dit type waaier gebruikt... Verwijs vervolgens naar deze installatieprocedure... Omsloten waaier Installeer een omsloten waaier. Open waaier Installeer een open waaier. Shearpeller™...
6.6 Montage 412A 412F Voorkom dat het koppeleinde van de as omkeert en de waaiermoer aandraait volgens de opge- geven hoeveelheid in de tabel voor maximale torque-waarden voor schroeven en bouten in de paragraaf Reassemblage van het hoofdstuk Onderhoud. VOORZICHTIG: Wanneer u de moer van het rotorblad niet aandraait, kan dit ernstige mechanische schade tot gevolg hebben.
6.6 Montage 412A 412F 10. Voorkom dat het koppeleinde van de as omkeert en de waaiermoer aandraait volgens de opge- geven hoeveelheid in de tabel voor maximale torque-waarden voor schroeven en bouten in de paragraaf Reassemblage van het hoofdstuk Onderhoud. VOORZICHTIG: Wanneer u de moer van het rotorblad niet aandraait, kan dit ernstige mechanische schade tot gevolg hebben.
6.6 Montage 6.6.7 De aanzuigzijplaat installeren WAARSCHUWING: Zijplaten zijn zwaar. Gebruik de juiste ondersteuning om lichamelijk letsel te voorkomen. OPMERKING: Zorg dat de pakking niet bekneld raakt tussen de buitendoorsnede van de zijplaat en de boring in de behuizing, anders wordt de zijplaat niet goed geplaatst. Deze procedure is alleen van toepassing op de open waaier en Shearpeller Installeer de moeren van de zijplaat (356E).
6.6 Montage 222E 6.6.9 Installeer de slijtring van de behuizing (XL1, XL2-S en XL2 ingesloten waaier) Installeer de slijtringbouten van de behuizing (356E) in de slijtring van de behuizing (164). Installeer de tussenlaag van de slijtringbouten van de behuizing (360P) in de slijtring van de be- huizing (356E).
Pagina 113
6.6 Montage Dit voorbeeld toont de pompen van groepen van 3180 en 3185 XL1, XL2-S en X2L: 370A 388K Controleer de totale vrijslag van het rotorblad in de behuizing. Aangenomen dat nieuwe onderdelen worden gebruikt, zijn de aanvaardbare waarden 0,7 mm tot 2,2 mm.
6.6 Montage Plaats de bouten voor het vasthouden van de poten van het frame en draai deze vast. Smeer het lagerframe met vet of olie in. 10. Draai de pompas handmatig om te controleren of deze vrij kan draaien. Installeer de koppelingsnaaf opnieuw en lijn de pomp uit. 12.
6.6 Montage 372T 761B 228A Afbeeldingnr. 38: Bijlaged aan de conditiemonitor aan het dragensframe Draai de zeskantschroef vast met 8 Nm | 6 ft-lbs. Meer gedetailleerde informatie is beschikbaar op: http://www.ittproservices.com/aftermarket-products/monitoring/i-alert2/i-ALERT2.com 6.6.12 Controles na montage Voer deze controles uit nadat u de pomp hebt geassembleerd en ga dan verder met het opstarten van de pomp: •...
6.6 Montage • Slijtringen (waar van toepassing) (202 en 164) 6.6.13.2 Maximale aanhaalwaarden voor bevestigingsmiddelen 3180 en 3185 aanhaalwaarden in ft-lb (Nm) Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam — Schroef, Alle A02818A-89 M10 x 1,5 Zeskant- 17 mm...
Pagina 117
6.6 Montage Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam 6 x 8-12 A02818A-144 M20 x 2,5 Zeskant- 30 mm 80 (110) moerbout 8 x 8-12 4 x 6-14 4 x 6-16 A02818A-144 M20 x 2,5 Zeskant- 30 mm 80 (110)
Pagina 118
6.6 Montage Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam Schroef, 4 x 6-12 A02819A M6 x 1,0 Inbus- Intern 5 5 (7) waaierslijt schroef 4 x 6-14 ring 4 x 6-16 3 x 6-12 3 x 6-14 6 x 10-16 4 x 6-19...
Pagina 119
6.6 Montage Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam pakking- Schroef, A02818A170 M30 x 3,5 46 mm 419 (568) frame XL2-S en XL2 A02818A171 voor adapter Bout, S en M A02815A-39 M12 x 1,75 Bout N.v.t.
Pagina 120
6.6 Montage Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam 24 x 30-35 24 x 30-35A 24 x 30-35N 30 x 30-41 A02818A148 370P Schroef, A03723A92 M12 x 1,75 Inbuskop- Intern 10 24 (33) einddek- tapbout XL2-S en XL2...
Pagina 121
6.6 Montage Item- Onder- Pompmaat Onderdeelnr. Schroefdraad- Type Afmeting Aanhaal- nummer deel- grootte zeskant waarde naam Schroef, S en M A03723A-41 M6 x 1,0 Inbuskop- Intern 5 5 (7) waaier- tapbout 6 x 10-19 slijtring 8 x 10-16 6 x 10-22 8 x 10-19 A03723A-58 M8 x 1,25...
6.6 Montage 6.6.13.3 Lagerboringen en toleranties. Groep Lager Maximale lagerframe boringen in Maximale boringen van de lager- inches (millimeters) behuizing in inches (millimeters) Druk 6,3002 (160,02) 4,7253 (120,02) Radiaal 4,7253 (120,02) Druk 6,3002 (160,02) 5,1191 (130,03) Radiaal 5,1191 (130,03) Druk 7,8752 (200,03) 6,3002 (160,02) Radiaal...
Pagina 123
6.6 Montage Binnendichting Waaierring OD - mm | inch Behuizingsring ID - mm | Uitklaring - mm | inch inch 4 x 6-19 208,50 | 8,2087 209,52 | 8,2487 1,02 | 0,040 208,40 | 8,2047 209,62 | 8,2527 1,22 | 0,048 4 x 8-19 214,37 | 8,4396 215,38 | 8,4796...
Pagina 124
6.6 Montage Binnendichting Waaierring OD - mm | inch Behuizingsring ID - mm | Uitklaring - mm | inch inch 706,45 | 27,813 709,78 | 27,944 3,33 | 0,131 24x 30-35A 24x 30-35N 815,19 | 32,094 817,93 | 32,202 2,74 | 0,108 30x 30-41 814,83 | 32,080 818,18 | 32,212...
De rotatie veranderen. Verander de rotatie zodat deze overeenkomt met de pijl op de lagerbehuizing of pompbehuizing. De opening van de bodemklep of aan- Neem contact op met een ITT-vertegen- zuigleiding is onvoldoende ondergedom- woordiger voor informatie over de juiste on- peld.
Installeer een smoorklep. Als dit niet helpt, matig energie. gekomen en verpompt teveel vloeistof. dan moet u de rotorbladdiameter bramen. Als dit niet helpt, dan moet u een ITT-verte- genwoordiger consulteren. De vloeistof is zwaarder dan verwacht. Controleer de specifieke dichtheid en visco- siteit.
7.4 probleemoplossen van i-ALERT®2 Equipment Health Monitor Symptoom Oorzaak Oplossing De flens van het lagerframe is ver- Vervang de lagerframeflens. wrongen. De pakking van adapter aan frame is Plaats de frame-adapter opnieuw en niet goed geplaatst. zorg ervoor dat de de pakking van adapter naar frame goed geplaatst is.
8 Onderdelenlijsten en dwarsdoorsnedetekeningen 8 Onderdelenlijsten en dwarsdoorsnedetekeningen 8.1 Onderdelenlijst Tweede generatie verende grondplaat Raadpleeg het Serial Number Record (serienummerapport) voor de correcte onderdeelnummers en het aantal van elk onderdeel. Item Onderdeelnaam Materiaalcode 91786 352 Bout 1,25 inch–22 inch C.S. 2210 91786 352 Bout 1,25 inch–22 inch G.S.
Pagina 129
8.1 Onderdelenlijst Volledig AI/316 SS RVS AISI Item Aantal Onderdeelnaam RVS AISI 316L SS 317L SS afwerking Waaier (zie opmer- 1203 1203 1219 1209 1225 king 4) Lantaarnring PTFE 1 set Pakking, samenge- Asbestvrij gevlochten stelde bus 1 set Pakking, dynami- Gietvormig grafiet sche afdichting Pakkinghelft...
Pagina 130
8.1 Onderdelenlijst Volledig AI/316 SS RVS AISI Item Aantal Onderdeelnaam RVS AISI 316L SS 317L SS afwerking 333A 1 Labyrintafdichting Brons met Viton O-ringen (radiaal) Pakking, behuizing Asbestvrije aramidevezel Zie op- Bout, drukring- 2226 merking 2 Zie op- Moer, pakking 2228 merking 2 356E Zie op-...
Pagina 131
8.1 Onderdelenlijst Volledig AI/316 SS RVS AISI Item Aantal Onderdeelnaam RVS AISI 316L SS 317L SS afwerking O-ring, behuizing Buna N Zie op- Oog, behuizing 1011 merking 1 Tabelnr 16: Onderdelenlijst voor groepen van 3180 en 3185 S, M, L en XL (niet-roestvrij staal) A743 CK3MCuN Hastelloy...
Pagina 132
8.1 Onderdelenlijst A743 CK3MCuN Hastelloy Hastelloy Item Aantal Onderdeelnaam CD4 MCuN Ferralium Alloy 20 (6% tot 7% Moly) Smeerbus met Staal/glas druppelaar (optio- neel) 253B 1 Borgring 1000 Afscherming 1216 1040 1605 1204 1217 1215 Pakking, achter- Asbestvrije aramidevezel plaat 265A 1 Bout, bus naar 2226...
Pagina 133
8.1 Onderdelenlijst A743 CK3MCuN Hastelloy Hastelloy Item Aantal Onderdeelnaam CD4 MCuN Ferralium Alloy 20 (6% tot 7% Moly) 370E 1 Schroef, oliere- 2210 tour (vet smeer- middel) 371A Zie op- Bout, afstellen 2210 merking Lagerborgring Staal Plug-in seal Materiaal varieert Koppelingsspie 2213 408B 1...
Pagina 134
8.1 Onderdelenlijst Item Aantal Onderdeelnaam Alle 316SS Alle CD4MCuN Super Duplex A890 5A 126A Zie opmerking 7 Shearpeller bus N.v.t. 134A 1 Lagerhuis 1003 Lagerborgmoer Staal Behuizingslijtring, gesloten waaier 1203 1216 1361 Zie opmerking 8 Zijplaat, open waaier N.v.t. Waaierspie 2213 Vulvakdeksel, afdichtingskamer 1203...
Pagina 137
8.2 Montagetekening (opgeblazen weergaven) Afbeeldingnr. 40: Opengewerkte tekening van groepen van 3180 en 3185 XL1, XL2-S en XL2 Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 138
8.2 Montagetekening (opgeblazen weergaven) Afbeeldingnr. 41: Ingesloten waaieroptie voor de groupen van S, M, L en XL Afbeeldingnr. 42: Ingesloten waaieroptie voor de groupen van XL1, XL2-S en XL2 Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 139
8.2 Montagetekening (opgeblazen weergaven) Afbeeldingnr. 43: Shearpeller™ Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 140
8.2 Montagetekening (opgeblazen weergaven) Afbeeldingnr. 44: Dynamische-afdichtingsoptie (alleen groepen van 3180/3185 S, M, en XL) Afbeeldingnr. 45: TaperBore™ PLUS afdichtingskamer met VPE-ring Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer 8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Afbeeldingnr. 46: 3180/3185 S, M, L en XL verpakte pakkingbus, tekening C03346A, revisie 4, uitgave 0 Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 142
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Afbeeldingnr. 47: 3180/3185 XL1, XL2-S en XL2 verpakte pakkingbus, tekening A09638A, revi- sie 1, uitgave — Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 143
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 144
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Afbeeldingnr. 48: 3180/3185 S, M, L en XL mechanische afdichting, tekening C03494A, revisie 5, uitgave 0 Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 145
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Afbeeldingnr. 49: 3180/3185 XL1, XL2-S en XL2 mechanische afdichting, tekening A09712AA, revisie 0, uitgave — Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 146
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 147
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer ™ Afbeeldingnr. 50: 3180/3185 S, M, L en XL TaperBore PLUS afdichting, tekening A06755A, re- visie 1, uitgave — Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 148
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer ™ Afbeeldingnr. 51: 3180/3185 XL1, XL2-S en XL2 TaperBore PLUS afdichting, tekening A09636A, revisie 1, uitgave — Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 149
8.3 Enveloptekeningen voor verpakte doos en afdichtingskamer Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
9 Certificaat: CE of CE ATEX 9 Certificaat: CE of CE ATEX 9.1 Conformiteitscertificaten CSA-certificaat Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 151
9.1 Conformiteitscertificaten Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 152
9.1 Conformiteitscertificaten IECEx-conformiteitscertificaat Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 153
9.1 Conformiteitscertificaten Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
Pagina 154
9.1 Conformiteitscertificaten Chinees conformiteitscertificaat Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
10 Andere relevante documentatie of handleidingen 10 Andere relevante documentatie of handleidingen 10.1 Voor bijkomende documentatie Neem contact op met uw ITT-vertegenwoordiger vooor elke andere relevante documentatie of hand- leiding. Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud...
11 Plaatselijke contactpersonen van ITT 11 Plaatselijke contactpersonen van ITT 11.1 Regionale kantoren Regio Adres Telefoon Noord-Amerika (Hoofdkan- ITT - Goulds Pumps +1 315-568-2811 +1 315-568-2418 toor) 240 Fall Street Seneca Falls, NY 13148 Kantoor Houston 12510 Sugar Ridge Boulevard...