5.2 Pomp vullen
12. Voor watergesmeerde spoelassen, zie de aanwijzingen op de tekening van de algemene opstel-
ling.
5.2 Pomp vullen
VOORZICHTIG:
•
De pomp moet goed worden geventileerd via de drukhoogte-aansluitingen. Dit is be-
langrijk bij vloeistoffen die worden aangezogen met een druk die in de buurt van hun
dampdruk komt. De ontluchtingsleidingen moeten continu teruglopen naar de aan-
zuigbron, zodat zich geen vloeistof kan verzamelen in de ontluchtingsleiding.
OPMERKING:
De beschikbare netto positieve opvoerhoogte (NPSH
(NPSH
R
Vereisten
•
De minimale onderdompeling moet altijd zijn zoals aangegeven op de gecertificeerde omtrekte-
kening van de pomp.
•
De pomp mag niet droog draaien, aangezien de draaiende onderdelen in de pomp vast kunnen
gaan zitten in de stationaire onderdelen.
•
De onderdelen moeten worden gesmeerd met de vloeistof die wordt verpompt tenzij de optie
met een aandrijfas is aangeschaft om de om de aandrijfaslagers met schone vloeistof te sme-
ren.
5.3 Pomp starten
WAARSCHUWING:
Risico op schade aan de apparatuur, falen van de afdichtingen en lekken. Zorg dan alle
spoel- en koelsystemen naar behoren werken voor het opstarten van de pomp.
OPMERKING:
•
Risico op schade aan de apparatuur door droog gebruik. Let direct op de drukmeters.
Wanneer de afvoerdruk niet snel wordt bereikt, stopt u de aandrijving, vult u opnieuw
en probeert u de pomp opnieuw op te starten.
Voordat u de pomp start, moet u het volgende doen:
•
Open de aanzuigklep.
•
Open een terugvoer of koelleidingen.
1.
Draai de afvoerklep helemaal dicht of gedeeltelijk open, afhankelijk van de systeemcondities.
2.
Start de aandrijving.
3.
Open de afvoerklep langzaam totdat de pomp de gewenste stroom heeft bereikt.
4.
Controleer onmiddellijk de drukmeter om er zeker van te zijn dat de pomp snel de juiste afvoer-
druk bereikt.
5.
Doe het volgende als de pomp niet de juiste druk bereikt:
a)
Stop de aandrijving.
b)
Bevestig de minimale onderdompeling.
c)
Start de aandrijving nogmaals.
6.
Controleer de pomp terwijl deze werkt:
64
), zoals wordt aangegeven bij de gepubliceerde prestatiecurve van de pomp.
Model VIT, VIC and VIDS Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
) moet altijd hoger zijn dan vereiste
A