2.4 Pomp en komconstructie opslagvereisten
Situatie
Rotatie van de pomp en komcon-
structie as
Beheerste opslagfaciliteiten
Onbeheerste opslagfaciliteiten met
ongelijke temperaturen, hogere
vochtigheid en/of stoffige omstan-
digheden)
Wanneer een pomp niet in gebruik is
Als de pomp geïnstalleerd is maar gedurende een langere periode niet in werking is, zoals tijdens
een seizoensstop, laat de pomp dan zo mogelijk elke twee weken minimaal 15 minuten draaien.
2.4.1 Voorbereiding van de eenheid voor op opslag op de lange termijn
Bij opslagperioden langer dan 6 maanden moet u aan de
ten on page 19
voldoen en de volgende procedure volgen:
1.
Controleer de leidingen op smeerolie en dichtingsspoeling en vul deze met roestwerende olie of
breng regelmatig een nieuwe coating aan om roestvorming te voorkomen.
2.
Plaats 4,5 kg | 10 lbs van het vochtabsorberend droogmiddel of 2,3 kg | 5 lbs dampfaserem-
mende kristallen in het midden van de pomp.
3.
Wanneer de pomp is gedemonteerd, plaatst u 0,5 kg 1 lb in de afvoerstraalbuis, die vastzit aan
de afvoerkniebocht.
4.
Installeer een vochtmeter in de buurt van de eenheid.
5.
Dek de pomp af met zwart polyethyleen van ten minste 0,15 mm | 6,0 mil dik en dicht dit af met
tape.
6.
Zorg voor een klein ventilatiegat van ongeveer 12,0 mm | 0,5 in. diameter.
7.
Zorg voor een afdak of klein onderkomen om de eenheid te beschermen tegen rechtstreekse
blootstelling aan de elementen.
8.
Voor eenheden met drukpot, zie de instructies
uitgeschakeld on page
20
Juiste voorbereiding
•
Draai de as en komconstructie-as tegen de klok in minimaal drie
keer en minimaal eenaal per maand.
•
Laat de as nooit in een vorige stand of in de hoogste of laagste zij-
stand staan.
OPMERKING:
•
Zorg dat de as vrij kan draaien.
Deze activiteit is
fundamenteel en
vereist een specia-
le verpakking die
besteld moet wor-
den.
•
Handhaaf een gelijkmatige temperatuur van 6 °C | 10 °F of hoger
boven het dauwpunt.
•
Houd de relatieve vochtigheidsgraad lager dan 50%.
•
Zorg dat er weinig tot geen stof is.
•
Inspecteer de eenheid regelmatig om ervoor te zorgen dat alle be-
waarmiddelen intact zijn.
•
Dicht alle schroefdraden en geflensde buisafdekkingen of met tape.
67.
Model VIT, VIC and VIDS Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
2.4 Pomp en komconstructie opslagvereis-
5.8 De aandrijfpot smeren terwijl de eenheid is