7.4 Aanvullende bescherming
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Gebruik alleen aardlekschakelaars
(ELCB, GFCI, RCD) van het type B.
De aardlekschakelaar moet gemarkeerd zijn met het
volgende symbool:
Er moet rekening gehouden worden met de totale
lekstroom van alle elektrische apparatuur in de
installatie. De lekstroom van de motor kunt u vinden
in paragrafen
26.2 Lekstroom
AC.
Dit product kan een directe stroom in de aarddraad
veroorzaken.
Over- en onderspanningsbeveiliging
Over- en onderspanning kunnen optreden bij een
instabiele (net)voedingsspanning of een onjuiste
installatie. De motor wordt uitgeschakeld als de
spanning buiten het toelaatbare spanningsbereik
valt. De motor wordt automatisch opnieuw ingescha-
keld wanneer de spanning wederom binnen het toe-
laatbare spanningsbereik ligt. Daarom is er geen
extra beveiligingsrelais nodig.
De motor is beveiligd tegen pieken in de
voedingsspanning conform EN 61800-3. In
gebieden met grote kans op onweer advi-
seren we om een extra bliksembeveiliging
aan te brengen.
Bescherming tegen overbelasting
Als de bovenste belastingslimiet is overschreden,
compenseert de motor hier automatisch voor door
het toerental te verlagen. Bovendien wordt de motor
uitgeschakeld als de overbelasting voortduurt.
De motor blijft gedurende een vooraf ingestelde peri-
ode uitgeschakeld. Hierna zal de motor automatisch
proberen om in te schakelen. De beveiliging tegen
overbelasting voorkomt schade aan de motor.
Daarom is er geen extra motorbeveiliging nodig.
Beveiliging tegen te hoge temperatuur
De elektronische unit heeft een ingebouwde tempe-
ratuursensor als extra beveiliging. Wanneer de tem-
peratuur boven een bepaalde waarde stijgt, dan zal
de motor hier automatisch voor compenseren door
het toerental te verlagen, en zal de motor uitschake-
len als de temperatuur blijft stijgen. De motor blijft
gedurende een vooraf ingestelde periode uitgescha-
keld. Hierna zal de motor automatisch proberen om
in te schakelen.
en
27.2 Lekstroom,
Beveiliging tegen fase-onbalans
Driefasen motoren moeten worden aangesloten op
een voedingsspanning met een kwaliteit conform
IEC 60146-1-1, klasse C, om correct motorbedrijf bij
fase-onbalans te garanderen. Dit garandeert ook
een lange levensduur van de componenten.
7.5 Aansluitklemmen
De beschrijvingen van de klemmen in deze para-
graaf gelden voor zowel eenfase als driefasen moto-
ren.
Voor maximale aandraaimomenten, zie paragraaf
29.1
Aanhaalmomenten.
7.5.1 Aansluitklemmen, geavanceerde
functionele module, FM 300
De geavanceerde module heeft de volgende aanslui-
tingen:
•
drie analoge ingangen
•
één analoge uitgang
•
twee geavanceerde digitale ingangen
•
twee configureerbare digitale ingangen of
open-collector uitgangen
•
Ingang en uitgang voor Grundfos Digital Sensor
Geldt niet voor TPE, TPED, NKE, NKGE, NBE en
NBGE pompen. De fabrieks af aangebrachte
drukverschilsensor voor TPE, TPED serie 2000
wordt met deze ingang verbonden.
•
twee Pt100/1000 ingangen
•
twee LiqTec sensoringangen
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus verbinding.
Zie afb. 8.
Digitale ingang 1 is af fabriek ingesteld als
start/stop-ingang waarbij een open kring-
loop uitschakeling (stop) tot gevolg heeft.
Af fabriek is een doorverbinding aange-
bracht tussen klemmen 2 en 6. Verwijder
de doorverbinding als digitale ingang 1
moet worden gebruikt als externe
start/stop of een andere externe functie.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de aders van de onder-
staande groepen aansluitingen over hun
gehele lengte door middel van dubbele
isolatie van elkaar worden gescheiden.
9