Gemeten parameter
Selecteer een van de parameters, zoals de parame-
ter die moet worden gemeten in het systeem door de
Pt100/1000 sensor die is verbonden met de actuele
Pt100/1000 ingang. Zie afb. 40.
1
TT
Afb. 40 Overzicht van locaties van Pt100/1000
sensoren
Parameter
Vloeistoftemp.
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Omgevingstemp.
Meetbereik
-50 tot 204 °C.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
30.
Fabrieksinstellingen.
13.10 Digitale ingangen
Pompuitvoering
TPE, TPED, NKE, NKGE,
NBE, NBGE
TPE, TPED serie 2000
Functie
Digitale ingang 1, instelling
Digitale ingang 2, instelling
*
Zie paragraaf
7.5.1 Aansluitklemmen, geavan-
ceerde functionele module, FM
Als u een digitale ingang wilt instellen, voert u de
onderstaande instellingen uit.
Functie
Kies één van de volgende functies:
•
Niet actief
Ingesteld op Niet actief heeft de ingang geen
functie.
•
Externe stop
Wanneer de ingang is gedeactiveerd, open kring-
loop, schakelt de pomp uit.
•
Min. (minimaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, werkt de
pomp met het ingestelde minimale toerental.
•
Max. (maximaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, werkt de
pomp met het ingestelde maximale toerental.
34
2
TT
4
3
DTT
TT
Pos.
1
2
3
Niet getoond
Digitale ingangen
●
●
Klem*
2 en 6
1 en 9
300.
•
"Door gebruiker gedefinieerd toerental"
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het door de gebruiker ingestelde toe-
rental.
•
Externe fout
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
timer gestart. Als de ingang meer dan 5 secon-
den wordt geactiveerd, wordt de pomp uitgescha-
keld en wordt er een storingsmelding gegeven.
Deze functie is afhankelijk van invoer vanuit
externe apparatuur.
•
Alarm resetten
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
eventuele storingsmelding gereset.
•
Droogloop
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan
kan te lage voordruk of watertekort worden gede-
tecteerd. Wanneer te lage voordruk of waterte-
kort, drooglopen, wordt gedetecteerd, wordt de
pomp uitgeschakeld. De pomp kan niet herstar-
ten zolang de ingang geactiveerd is. Hiervoor is
het gebruik van toebehoren nodig, zoals:
– een drukschakelaar die is geïnstalleerd aan de
inlaatzijde van de pomp
– een vlotterschakelaar die is geïnstalleerd aan
de inlaatzijde van de pomp.
•
Totaal debiet
Wanneer deze functie is geselecteerd, dan kan
het geaccumuleerde debiet worden geregi-
streerd. Hiervoor is een debietmeter nodig die
een feedbacksignaal kan geven als een puls per
gedefinieerd waterdebiet. Zie paragraaf
13.18 "Instelling van
pulsdebietmeter".
•
Voorgedef. setpoint pos. 1, geldt uitsluitend voor
digitale ingang 2.
Wanneer digitale ingangen als voorgedefinieerd
setpoint worden ingesteld, draait de motor vol-
gens een setpoint dat is gebaseerd op de combi-
natie van de geactiveerde digitale ingangen. Zie
paragraaf
13.16.2 "Voorgedefinieerde
De prioriteit van de gekozen functies ten opzichte
van elkaar blijkt uit paragraaf
lingen. Een uitschakelopdracht heeft altijd de hoog-
ste prioriteit.
setpoints".
16. Prioriteit van instel-