Voor maximale reservezekering, zie paragraaf
26.1
Voedingsspanning.
RCD, type B
Afb. 4
Voorbeeld van een motor op netvoeding
met netschakelaar, reservezekering en
aanvullende beveiliging
Afb. 5
Netaansluiting, eenfase motoren
7.3.2 Driefasen voedingsspanning
Driefasen motoren zijn leverbaar voor de onder-
staande spanningen.
•
3 x 380-500 V - 10 %/+ 10 %, 50/60 Hz, PE
•
3 x 200-240 V - 10 %/+ 10 %, 50/60 Hz, PE.
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie
overeenkomen met de waarden die op het type-
plaatje vermeld staan.
De aansluitdraden in de klemmenkast van de motor
moeten zo kort mogelijk zijn. Uitzondering hierop is
de afzonderlijke beschermende aarddraad, die zo
lang dient te zijn dat deze als laatste de verbinding
verbreekt als de kabel onopzettelijk uit de kabeldoor-
voer wordt getrokken.
Om losse verbindingen te vermijden dient u ervoor te
zorgen dat het klemmenblok voor L1, L2 en L3 in
diens connector wordt gedrukt wanneer de voedings-
kabel is aangesloten.
Voor maximale reservezekering, zie paragraaf
27.1
Voedingsspanning.
Als u de motor via een IT-netwerk van voe-
ding wilt voorzien, moet u ervoor zorgen
dat u over een geschikte motoruitvoering
beschikt. Neem bij twijfel contact op met
Grundfos.
8
Alleen de volgende motoren kunnen via een IT-net-
werk van voeding worden voorzien:
•
Motoren met toerental van 1450-2000/2200 tpm
en tot 1,5 kW
•
Motoren met toerental van 2900-4000 of
4000-5900 tpm en tot 2,2 kW.
Aarden aan een driehoek is niet toege-
staan voor voedingsspanningen van meer
dan 3 x 240 V en 3 x 480 V, 50/60 Hz.
RCD, type B
L1
L2
L3
PE
Afb. 6
Voorbeeld van een motor op netvoeding
met netschakelaar, reservezekeringen
en aanvullende beveiliging
Afb. 7
Netaansluiting, driefasen motoren
L1
L2
L3