Grundfos GO en draadloze pompverbinding
1. Voorzie beide pompen van stroom.
2. Breng contact tot stand tussen een van de pom-
pen en Grundfos GO.
3. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
13.41 Ondersteund pomp
4. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
13.35
"Pompnaam".
5. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO en
de pomp.
6. Maak contact met de andere pomp.
7. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
13.41 Ondersteund pomp
8. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
13.35
"Pompnaam".
9. Ga naar het menu "Assistent" en selecteer "Multi-
pump setup".
10. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
13.43.1 Wisselend
13.43.2 Reservebedrijf
13.43.3
Cascade-bedrijf.
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijd-
stip waarop moet worden overgeschakeld tussen
de twee pompen. Deze stap is alleen van toepas-
sing als u "Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselec-
teerd en als de pompen zijn uitgerust met een FM
300.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Selecteer "Radio" als de communicatiemethode
die moet worden gebruikt tussen de twee pom-
pen.
15. Druk op [>] om door te gaan.
16. Druk op "Select pump 2".
17. Selecteer de pomp uit de lijst.
Gebruik de toets [OK] of
van de pomp.
18. Druk op [>] om door te gaan.
19. Bevestig de multipomp instelling door op [Send]
te drukken.
20. Druk op [Finish] in het dialoogvenster "Setup
complete".
21. Wacht tot het groene lampje in het midden van
het Grundfos Eye oplicht.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
instellen.
instellen.
bedrijf,
en
voor het identificeren
Grundfos GO en bekabelde pompverbinding
1. Verbind de twee pompen met elkaar via een
3-aderige afgeschermde kabel tussen de GENI-
bus klemmen A, Y, B.
2. Voorzie beide pompen van stroom.
3. Breng contact tot stand tussen een van de pom-
pen en Grundfos GO.
4. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
13.41 Ondersteund pomp
5. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
13.35
"Pompnaam".
6. Wijs pompnummer 1 toe aan de pomp. Zie para-
graaf
13.23 "Nummer"
7. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO en
de pomp.
8. Maak contact met de andere pomp.
9. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO op basis van de verbonden
apparatuur en de vereiste functionaliteit. Zie
paragraaf
13.41 Ondersteund pomp
10. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO. Zie paragraaf
13.35
"Pompnaam".
11. Wijs pompnummer 2 toe aan de pomp. Zie para-
graaf
13.23 "Nummer"
12. Ga naar het menu "Assist" en selecteer "Multi-
pump setup".
13. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
13.43.1 Wisselend
13.43.2 Reservebedrijf
13.43.3
Cascade-bedrijf.
14. Druk op [>] om door te gaan.
15. Stel de tijd voor pompwisseling in. Dit is het tijd-
stip waarop moet worden overgeschakeld tussen
de twee pompen. Deze stap is alleen van toepas-
sing als u "Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselec-
teerd en als de pompen zijn uitgerust met een FM
300.
16. Druk op [>] om door te gaan.
17. Selecteer "BUS cable" als de communicatieme-
thode die moet worden gebruikt tussen de twee
pompen.
18. Druk op [>] om door te gaan.
19. Druk op "Select pump 2".
20. Selecteer de andere motor uit de lijst.
Gebruik de toets [OK] of
ren van de extra motor.
21. Druk op [>] om door te gaan.
22. Druk op [Send].
23. Druk op [Finish] in het dialoogvenster "Setup
complete".
24. Wacht tot het groene lampje in het midden van
het Grundfos Eye oplicht.
Het multipomp systeem is nu ingesteld.
instellen.
(Pompnummer).
instellen.
(Pompnummer).
bedrijf,
en
voor het identifice-
51