Mitel 5540 IP Console - Gebruikershandleiding
7. Kies het bestemmingsnummer van het nachtelijke antwoordpunt.
De bestemming kan een toestel, een lijstnummer van een telefonistconsole, een LDN-nummer
op een console, een huntgroepnummer of een lijstnummer van een nachtbel zijn.
8. Druk op [I
NSTELLEN
zonder wijzigingen aan te brengen.
De systeemidentificatie weergeven
Er kan een systeemidentificatienummer worden toegewezen aan uw centrale (PABX). Dit nummer
verschijnt op SMDR-rapporten (Station Message Detail Reporting) en verkeersmetingsrapporten
om uw systeem te identificeren wanneer centrale apparatuur voor opvragen wordt gebruikt. Het is
doorgaans niet nodig die nummer te wijzigen zodra het eenmaal is ingevoerd.
De systeemidentificatie weergeven of wijzigen:
1. Druk op Functie.
2. Druk op [F
3. Druk op [S
4. Voer, indien nodig, een nieuw driecijferig nummer in.
5. Druk op [I
NSTELLEN
De console-identiteit weergeven
De console heeft een toestelnummer dat gebruikers van toestellen kunnen kiezen in plaats van
"0" (nul) om u te bellen. U kunt het consoletoestelnummer weergeven, samen met de versie
van de systeemsoftware.
Het consoletoestelnummer en de versie van de systeemsoftware weergeven:
1. Druk op Functie.
2. Druk op [I
DENTITEIT
Toepassingen openen
De functie Toepassing wordt hoofdzakelijk gebruikt door onderhoudspersoneel of door iemand
die verantwoordelijk is voor het invoeren van de klantgegevens (CDE). De toegang tot deze
functies vereist een wachtwoord.
De functie Toepassing openen:
1. Druk op Functie.
2. Druk op [T
Uw communicatieafdeling zal u meer instructies geven als u klantgegevens moet invoeren.
44
] om het nieuwe nummer te bevestigen of op [S
.
].
UNCT
MEDEW
].
YSTEEMIDENT
] om het nieuwe nummer te bevestigen.
].
].
OEPASSING
] om af te sluiten
LUITEN