4.
Stel de zomertijd in.
Stel dit naar wens in.
Selecteer [
Wanneer de zomertijd wordt ingesteld op [
stap 3 hebt ingesteld, één uur vooruit gezet. Als [
wordt de zomertijd uitgeschakeld en wordt de tijd één uur teruggezet.
5.
Verlaat de instelling.
Selecteer [OK].
Waarschuwing
De datum-, tijd- en tijdzone-instellingen kunnen worden teruggezet als de camera
zonder accu wordt opgeslagen, als de accu leeg raakt of als deze gedurende
langere tijd wordt blootgesteld aan temperaturen onder het vriespunt. Als dit
gebeurt, stelt u de datum en tijd opnieuw in.
Controleer nadat u [Zone/tijdverschil] hebt veranderd of de juiste datum/tijd
worden aangegeven.
] of [
] en druk vervolgens op de knop <
811
>.
], wordt de tijd die u bij
] wordt ingesteld,