Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorbereiding Van De Meting (Ambulant); Bedienelementen Van Het Apparaat; Het Apparaat Aanbrengen En De Meting Starten - Lowenstein Medical Sonata Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Sonata / Scala

3.2. Voorbereiding van de meting (ambulant)

Ter voorbereiding van het apparaat voor de
ambulante meetgegevensregistratie op de patiënt
moeten de volgende punten worden uitgevoerd:
1. Accu opladen: zie (pagina 10).
2. Apparaat met de USB-interfacekabel verbinden.
3. Pc-software starten.
4. In het menupunt "Registreren / Apparaat
initialiseren (offline)" de persoonsgegevens van
de patiënt invoeren en de overdracht starten.
5. Apparaat met de USB-interfacekabel verbinden.
Voor testdoeleinden gaan eerst beide leds op
het apparaat branden. Daarna gaat de rode led
uit. Gedurende de initialisering brandt de groene
led.
6. Er verschijnt een dialoogvenster waarmee het
begin van de registratie kan worden vastgelegd.
7. Het apparaat is nu voorbereid voor een nieuwe
meting. De verbinding met de pc via de kabel
kan worden onderbroken. Daartoe wordt de
stekker uit het apparaat getrokken.
Aanwijzing: Verwijder de kabel door aan de
stekker te trekken en niet aan de kabel zelf!

3.3. Bedienelementen van het apparaat

Het apparaat schakelt zichzelf automatisch Aan / Uit
als het met de pc verbonden wordt resp. van de pc
wordt losgekoppeld. Het apparaat beschikt over een
interne klok voor het vastleggen van een tijdgestuurd
registratiebegin. Als de timer is geprogrammeerd,
start de opname automatisch op de vastgelegde tijd.
Er
kunnen
maximaal
geprogrammeerd.
Aanwijzing: Indien nodig kan het apparaat door de
patiënt vóór de geselecteerde starttijd worden
ingeschakeld door het indrukken en ingedrukt
houden van de starttoets gedurende één seconde.
Door het indrukken van de starttoets (langer dan 7
seconden) kan het apparaat door de patiënt worden
uitgeschakeld.
De
laadtoestand
van
weergegeven door het indrukken van de toets op de
accuweergave boven aan het apparaat:
Let op: De functie kan alleen worden uitgevoerd als
het apparaat is uitgeschakeld en van de pc is
losgekoppeld.
3.4. Het apparaat aanbrengen en de meting
starten
Bij het aanbrengen van de sensoren moet erop
worden gelet dat deze zodanig worden aangebracht
dat vanwege hun lengte (bijv. flowbril, vingersensor)
geen wurging mogelijk is. De volgende punten
moeten bij het aanbrengen van het apparaat en de
sensoren in acht worden genomen, om een
betrouwbare
meting
ambulante meting moeten de procedures van
tevoren in de praktijk aan de patiënt worden
gedemonstreerd en met de patiënt worden geoefend:
acht
opnames
worden
de
accu
kan
worden
te
garanderen.
Bij
1. Indien een EKG moet worden geregistreerd:
EKG-elektroden aanbrengen
Apparaat met de elastische draagriem (met
2.
twee
ingenaaide
bevestigen. Daarbij de riem niet op de naakte
huid, maar over het onderhemd aanbrengen.
Een correct aangebrachte riem mag bij staande
mensen in eindexpiratoire ademstand niet naar
beneden glijden. Als ook de abdominale effort
moet worden geregistreerd, wordt de draagriem
op
dezelfde
aangebracht.
3. Positie van de drukmeters (zwarte rubberen
kussens) controleren. De sensoren moeten
volledig in de ingenaaide zakken van de riem
zitten. Er mag nooit aan de slangen van de
drukpads worden getrokken.
4. Flowbril resp. thermistor op de neus aanbrengen
of
adapterslang
bevestigen.
5. Evt.
de
externe
elektroden
neurologische kanalen (EEG, EOG, EMG, EXG)
aanbrengen.
6. Vingersensor (SpO
en kabel op de pols van de patiënt fixeren.
Daarbij erop letten dat de vinger niet wordt
afgeklemd
verstoord wordt.
7. Het apparaat schakelt zichzelf automatisch op
de vastgelegde tijd in. Er branden voor
testdoeleinden kort twee leds.
Als alle sensoren goed zijn aangebracht en
aangesloten, gaat de rode led uit. De groene led
knippert in een gelijkmatig interval van 4
seconden.
De rode led meldt een foutief polssignaal; de
vingersensor en de kabel moeten worden
gecontroleerd.
De
patiënt
is
samengestelde systeem moet aan de patiënt mee
naar huis worden gegeven.
Bij het naar bed gaan moet de patiënt:
Het
apparaat
aanbrengen.
Flowbril en vingersensor aanbrengen.
Evt. abdomenriem en elektroden aanbrengen.
Controleren of de sensoren en de aansluiting
ervan goed zitten.
De volgende morgen
Het apparaat en de sensoren moeten door de
patiënt worden verwijderd en alle onderdelen
moeten terug in de koffer worden gelegd. De
sensoren worden in de praktijk door het
vakpersoneel gereinigd.
een
Het apparaat terugbrengen naar de praktijk.
Voor de automatische analyse wordt de meting
met het menupunt "Registreren / Meting inlezen"
overgedragen naar de pc.
- 9 NL-
zakken)
op
manier
over
het
aan
het
ademmasker
snurkmicrofoon
voor
de
registratie
) op een vinger aanbrengen
2
en
daardoor
de
doorbloeding
nu geïnformeerd.
Het
met
de
elastische
NL
de
thorax
abdomen
en
de
van
de
volledig
riem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Scala

Inhoudsopgave