Het is ook mogelijk om een referentiesonde of referentierekfactor aan te sluiten om
referentiewaarden te krijgen. Als de OptoWire™ slechte signaalwaarden heeft, moet hij mogelijk
worden vervangen. Als de vervangende geleidingsdraad ook slechte signaalwaarden geeft, neem
dan contact op met een opgeleide medewerker van de technische dienst en/of met Opsens zelf.
Diagnostische
waarde:
Parameter
Lampniveau (%)
Contrast (%)
SNR
Versterking
LET OP:
•
Als onderdeel van het onderhoudsprogramma van het ziekenhuis moeten er jaarlijks een
routinematige
ziekenhuistechnici moeten daarbij alle geïsoleerde verbindingen en de stroomvoorziening
van het systeem inspecteren en testen.
•
De OpSens OptoMonitor bevat geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen
worden. Laat reparatiewerkzaamheden uitvoeren door erkende servicetechnici of direct
door OpSens.
Mano. (mmHg): Controleer en valideer of de OptoMonitor-manometer de juiste waarde
registreert. Meet de asmoferische druk en vergelijk die met waarde die door de OptoMonitor-
manometer wordt gemeten. Neem contact op met een daartoe aangewezen medewerker van
de technische dienst en/of met OpSens als het verschil in meetwaarde hoger ligt dan 10 mmHg.
Distale ingangswaarde delta (nm): Deze waarde mag niet lager zijn dan ± 8 nanometer.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
Omschrijvingen
lampaansturingsniveau
Contrastzichtbaarheidsni
veau optisch signaal
verhouding signaal-ruis
Maximale
signaalamplitude
veiligheidsinspectie
Typisch signaal van
de referentiesonde
70%
50%
> 4000
1,7
-
test
worden
Slecht signaal
---
< 35%
< 2000
> 2,2
uitgevoerd.
Geschoolde
99 |
pagina