4.1 Uitpakken van het OptoMonitor 3-systeem
Pak de doos uit en controleer of de volgende onderdelen zijn geleverd:
• een optische module met OU-stroomvoorziening en netsnoer
• een koppelingseenheid
• een
weergavescherm
montageklem en schroeven
Al naar gelang de gewenste verbinding tussen katheterisatiekamer en OptoMonitor 3, kunnen in
de doos ook de volgende kabels zitten:
• interfacekabel voor Pa-ingang (vanuit het hemodynamische systeem of de aortadruk-
omvormer)
• interfacekabel voor Pd-uitgang naar het hemodynamische systeem
• interfacekabel voor Pa-uitgang naar het hemodynamische systeem.
• een DICOM-kabel (optioneel).
OPMERKING: Controleer voor gebruik altijd of alle onderdelen aanwezig zijn en onbeschadigd
zijn.
4.2 Installatie van de apparaten
4.2.1 Installatie van de apparaten
Er zijn verschillende mogelijkheden om de verschillende onderdelen van de OPM3 te installeren.
Zie hoofdstuk 15, Bijlage A: 'Installatie-instructies voor de OptoMonitor 3', voor meer
installatievoorschriften.
4.2.2 Installatie van de optische module
De optische module kan in de buurt van de patiënt worden geïnstalleerd. Monteer de optische
module van de OptoMonitor 3 stevig onder het bed of op een andere plaats in de buurt.
Controleer of de optische module en het weergavescherm dicht genoeg bij elkaar staan om de
OU-DU-communicatiekabel te kunnen aansluiten. Als u gebruik maakt van een draadloze
verbinding, zorg dan dat er geen storingen voorkomen die het signaal tussen de optische module
en het weergavescherm kunnen onderbreken.
OPMERKING: Zorg dat bij het vervangen van een OptoMonitor ook het netsnoer wordt
vervangen. Het is niet toegestaan het OptoMonitor-netsnoer voor de OpM3 te gebruiken.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
met
DU-stroomvoorziening,
OU-DU-communicatiekabel,
51 |
pagina