• Zorg dat de optische module UITGESCHAKELD IS, maar koppel geen interfacekabels los.
• Veeg de behuizing schoon met een zachte, niet pluizende doek die licht is bevochtigd met
het reinigingsmiddel en veeg hem daarna droog.
• Wees extra voorzichtig bij het schoonmaken van het monitorscherm, aangezien het nog
gevoeliger is voor grove reinigingsmethoden dan de behuizing.
• Zorg dat er geen water of reinigingsmiddel in de meetaansluitingen terechtkomt. Veeg
altijd rond de aansluitingen van het apparaat en niet eroverheen.
• Schakel de het apparaat daarna weer IN.
10.1.2 Koppelingseenheid (HU)
• Zorg dat de optische module UITGESCHAKELD IS. Koppel de kabel van de
koppelingseenheid (HU) niet los van de optische module (OU).
• Doe de stofkap over de opening van de koppelingseenheid.
• Veeg de koppelingseenheid licht af met een gaasje met ontsmettingsalcohol (70%
isopropylalcohol).
• Zorg dat er geen water of reinigingsmiddel in de aansluitingen terechtkomt. Veeg altijd
rond de aansluitingen van het apparaat en niet eroverheen.
10.1.3 Optische aansluiting
Zorg dat alle glasvezelaansluitingen van de OPM3 schoon blijven. Reinig het proximale uiteinde
van de stekkergedeelten van optische aansluitingen met speciale reinigingsinstrumenten voor
glasvezelaansluitingen. Reinig de binnenkant van de stopcontactgedeelten van optische
aansluitingen met speciale reinigingsinstrumenten voor glasvezelaansluitingen.
• Reinig de optische aansluiting van de koppelingseenheid (HU) (stopcontact) iedere keer
voor er een nieuwe, drukgevoelige OptoWire™ op wordt aangesloten.
• Reinig zowel de optische aansluiting van de koppelingseenheid (stekker) als de optische
aansluiting van de optische module (stopcontact) voor ze tijdens het installeren worden
aangesloten.
• Houd zowel de optische aansluiting van de koppelingseenheid (stekker) als de optische
aansluiting van de optische module (stopcontact) schoon door ze steeds aangesloten te
houden. Maak de aansluiting alleen los bij vervanging van de koppelingseenheid of de
optische module. Als ze worden losgekoppeld, wordt aangeraden om de stofkap van de
koppelingseenheid aan te brengen ter bescherming. Verwijder de stofkap pas als de
optische aansluitingen weer kunnen worden aangesloten.
• Door het binnendringen van stof in de aansluiting(en) kan de kwaliteit van het optische
signaal te lijden hebben en kan de waarschuwing 'Geen optisch signaal' optreden.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
111 |
pagina