Inhoudsopgave
Advertenties
1. De eerste led van de onderste rij
optische module aan. Als de indicator continu blauw brandt, wordt de optische module
van stroom voorzien.
2. De tweede led van de onderste rij
het weergavescherm aan. Indicator is UIT als de draadloze functie van de optische module
niet is geactiveerd. Een knipperende blauwe indicator geeft aan dat de optische module
is geactiveerd, maar dat hij op dat moment niet is aangesloten op een weergavescherm.
Als de indicator continu blauw brandt, geeft dit aan dat er een draadloze verbinding is
gemaakt tussen de OU en DU.
3. De eerste led van de bovenste rij
de koppelingseenheid aan. Als de indicator continu groen brandt, geeft dit aan dat de
elektrische verbinding tussen de OU en HU stabiel is.
4. De tweede led van de bovenste rij
de koppelingseenheid aan. Als de indicator continu groen brandt, geeft dit aan dat de
optische verbinding tussen de OU en HU stabiel is.
5. De derde led van de bovenste rij
aan. Als de indicator continu groen brandt, geeft dit aan dat de nulstelling van de
OptoWire™ naar de omgevingsdruk is gelukt.
6. De vierde led van de bovenste rij
Optowire™ en de aortadruk aan. Als de indicator continu groen brandt, geeft dit aan dat
de Optowire™ en de aortadruk op dezelfde druk zijn ingesteld.
De stroomvoorziening van het weergavescherm heeft een eigen led, die continu groen brandt
om aan te geven dat de stroomvoorziening van de DU AAN is.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
geeft de status van de stroomvoorziening van de
geeft de verbinding tussen de optische module en
geeft de status van de elektrische verbinding met
geeft de status van de optische verbinding met
geeft de status van de nulstelling van de OptoWire™
geeft de status van uitbalancering tussen de
38 |
pagina
Advertenties
Inhoudsopgave
