7.4.2 Handmatige nulstelling
In sommige gevallen moet de nulstelling van de OptoWire™ handmatig worden gedaan door de
gebruiker.
1. Zorg dat de drukgevoelige OptoWire™ zich op een vlakke ondergrond bevindt, in het
schaaltje ligt en is blootgesteld aan de omgevingslucht.
2. Ga naar het menu INSTELLINGEN.
3. Druk op de knop 'OW Zero' (nulstelling OptoWire), onderaan het scherm.
4. Het systeem begint met de nulstelling. In het mededelingencentrum van het
HOOFDSCHERM verschijnt de melding 'Zero in progress...' (Nulstelling loopt).
5. Het
-symbool in de rechter bovenhoek van het HOOFDSCHERM geeft aan dat de
nulstelling van de OptoWire™ is gelukt. De derde led-indicator op de bovenste rij van de
optische module brandt ook groen om aan te geven dat de nulstelling gelukt is.
6. Spoel de drukgevoelige geleidingsdraad grondig met een standaard fysiologische
zoutoplossing en neem hem uit het schaaltje. De drukgevoelige OpSens-geleidingsdraad
is klaar voor gebruik.
WAARSCHUWING:
De nulstelling van de OptoMonitor 3 is niet mogelijk (automatisch noch handmatig) als de drukmeting
varieert, bijvoorbeeld als de pulserende bloeddruk binnen een patiënt wordt gedetecteerd.
7.5 Uitbalancering
De uitbalancering van de bloeddruk wordt gedaan in twee opeenvolgende stappen:
• Stap 1: Pa/Pd-uitbalancering
• Stap 2: uitbalancering dPR-factor.
Stap 1 duurt ongeveer 4 slagen om af te ronden, terwijl voor 2 minimaal 4 slagen nodig zijn.
Als stap 1 en 2 eenmaal zijn afgerond, wordt de berekende correctiefactor toegepast op het
signaal, waardoor de gemiddelde waarden die gedurende de volgende paar slagen **(aantal
slagen hangt af van de middelingsperiode) worden weergegeven geleidelijk veranderen.
1. Sluit de afsluitkraan, verwijder het inbrenghulpmiddel voor de geleidingsdraad, sluit het
Y-aansluitventiel en spoel de katheter met een fysiologische zoutoplossing.
2. Controleer of Pd is gelijk aan Pa.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
80 |
pagina