gedeelte van het signaal. Sommige waarden kunnen worden aangeklikt en zijn van
invloed op de waarden en/of het signaal dat getoond wordt.
4. Mededelingenvenster:
informatie en waarschuwingsboodschappen. Als de registratie is gestart, wordt bovenaan
links in de mededelingenvensters het tijdsverloop (in uu:mm:ss) weergegeven.
5. Menuvenster:
submenu's en functieknoppen.
3.8 Schermfuncties hoofdmenu
Door middel van de knoppen voor directe toegang onderaan het aanraakscherm (menuvenster)
is navigeren door de softwaremenu's van de instrumentsoftware gemakkelijk en met één stap
mogelijk.
1. Knop 'Settings' (instellingen)
Door op deze knop te drukken schakelt het scherm over naar het scherm INSTELLINGEN.
OptoWire™
2. Knop 'Patient' (patiënt)
Via het dialoogvenster met patiëntgegevens heeft u toegang tot patiëntgegevens zoals
naam, patiëntnummer, geslacht, geboortedatum, datum van de ingreep, volgnummer,
naam van de uitvoerend arts en omschrijving van het onderzoek. Vanuit het
dialoogvenster met patiëntgegevens heeft u toegang tot de DICOM-lijst. Zie
meer informatie.
OPMERKING: Het is nodig om voorafgaand aan iedere casus het patiëntnummer aan te
maken, om registraties aan een specifieke patiënt te kunnen toewijzen.
3. Knop 'Ao Zero' (nulstelling aortadrukomvormer)
Nulstelling aortale druk OptoMonitor 3. Zie
4. Knop 'Equalize' (uitbalanceren)
Uitbalanceren van de OptoWire™-druk (Pd) en aortadruk (Pa). Zie
informatie.
LBL-2008-41-v8_nl OptoMonitor 3 Gebruiksaanwijzing versie 2023-04
7.2.2
voor meer informatie.
7.12.1
voor
7.5
voor meer
42 |
pagina