5.8
Luchttoevoerinstallatie
De voorschriften voor de luchttoevoer voor gasgestookte toestellen verschillen per land. Houd u aan
alle relevante nationale en lokale voorschriften. Als u hulp nodig heeft, neem dan contact op met uw
lokale Condair-vertegenwoordiger.
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus, die goed op de hoogte
is van de nationale en lokale voorschriften van het rechtsgebied.
Overmatige blootstelling aan vervuilde toevoerlucht zal leiden tot veiligheids- en prestatieproblemen van
de luchtbevochtiger. Bekende verontreinigingen zijn onder meer: halogenen, ammoniak en chloriden,
overmatig stof, kalk of vuil. Overmatige blootstelling aan deze verontreinigde stoffen heeft ook gevolgen
voor de elektronica aan boord. Neem contact op met Condair als u vragen heeft. Indien nodig, isoleer
het apparaat van de verontreinigde ruimte.
De maximale temperatuur van de luchttoevoer mag 30 °C bedragen.
Kies het type installatie dat nodig is voor de luchttoevoer: voor open verbrandingsinstallaties zie
Hoofdstuk
5.8.1, voor gesloten verbrandingsinstallaties zie
5.8.1
Open verbrandingsinstallaties
Dit type installatie zuigt toevoerlucht aan vanuit de kamer/ruimte waar de luchtbevochtiger is geïnstal-
leerd. Zie
Tabel 8
een passende opening naar buiten toe worden voorzien om verse toevoerlucht in de ruimte toe te laten.
Houd u aan alle lokale en nationale installatievoorschriften.
Opmerking: Condair vereist de installatie van een bocht (voorzien van een rooster) op de luchttoevoer
op alle GS 65-260 (grote) apparaten om te voorkomen dat vuil in de verbrandingskamer worden gezogen.
Dicht de aansluiting af met siliconenkit. Houd het gebied rond de luchttoevoer vrij van alle obstakels. Zie
Fig. 15 op pagina
Tabel 8: Oppervlakte dwarsdoorsnede van de luchttoevoer van de ruimte
Model
Condair GS 23 / GS 23-CS
Condair GS 45 / GS 45-CS
Condair GS 65 / GS 65-CS
Condair GS 90 / GS 90-CS
Condair GS 130 / GS 130-CS
Condair GS 195 / GS 195-CS
Condair GS 260 / GS 260-CS
2596653-G_NL_2210_Condair GS_IM
voor de vereiste minimale dwarsdoorsnede voor luchttoevoer van de ruimte. Er moet
39. Zie
Tabel 10 op pagina 39
Hoofdstuk
voor de buitendiameter van de bocht.
Minimale oppervlakte dwarsdoorsnede
in cm
50
88
120
150
225
350
460
Montage- en installatiewerkzaamheden
5.8.2.
2
37