5.7
Waterinstallatie
De waterinstallatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
de waterinstallatie in
5.7.1
Overzicht waterinstallatie
Compacte apparaten GS 23/45
ø25 mm
4
5
6
Fig. 12: Overzicht waterinstallatie
1
Watertoevoeraansluiting (inlaatklep) – 3/4" BSPP
(kunststof schroefdraad)
2
Filterventiel (accessoire)
3
Watertoevoerleiding – minimale binnendiameter 12 mm
4
Afvoeraansluiting ø25 mm buitendiameter
5
Slangklem (niet meegeleverd)
6
Afvoerslang – mag de zijkanten of de bodem van de
trechter niet raken
32
Montage- en installatiewerkzaamheden
Hoofdstuk
5.7.3.
1
G 3/4"
2
8
7
min. ø45 mm
Grote apparaten (GS 65 afgebeeld)
G 3/4"
ø25 mm
9
3... 8 bar
3
1...25 °C
7
Open trechter met sifon – de leiding/sifon die
is aangesloten op trechter moet een minimale
binnendiameter van 45 mm hebben. Trechter moet zich
binnen 1 m van het apparaat bevinden (of volgens de
voorschriften).
8
Leidingafsluiter als terugstroombeveiliging (optioneel,
geleverd door derden)
9
Waterslagdemper (optioneel, geleverd door derden)
2596653-G_NL_2210_Condair GS_IM
Fig. 12
en de opmerkingen voor
1
2
8
4
5
3
6
7
min. ø45 mm
9
3... 8 bar
1...25 °C