–
Gebruik voor stoomleidingen lange bochten met een radius en vermijd bochten van 90°. Dit mini-
maliseert de tegendruk en de vorming van condensatie.
BELANGRIJK! Bij het bepalen van de lengte en de aanleg van de stoomleidingen moet ook
rekening worden gehouden met thermische uitzetting. Ook moet rekening worden gehouden met
krimp in de lengte van de stoomslangen als gevolg van veroudering.
–
De stoomleiding moet vanaf de aansluiting van de luchtbevochtiger minimaal 300 mm recht om-
hoog lopen, alvorens verder te gaan naar het stoomverdeelsysteem - zie
stoomleiding moet een minimale stijging van 20% hebben of een minimaal afschot van 5% naar de
stoomverdeler – zie
–
Gebruik alleen Condair-stoomslangen voor stoomleidingen die met slangen zijn gemaakt. Gebruik
van andere type stoomslangen kan de prestaties van het apparaat beïnvloeden. De minimale bui-
gradius van de stoomslang is 300 mm. De stoomslang mag niet doorbuigen en moet een minimale
stijging van 20% hebben of een minimaal afschot van 5% naar de stoomverdeler.
–
Gebruik korte stoomslangen om vaste stoomleidingen aan te sluiten op de luchtbevochtiger, de
stoomverdeeladapter en de stoomverdeler. Zet de stoomslangen vast met slangklemmen.
Draai de slangklem niet te strak aan.
–
Gelaste leidingen mogen niet worden gecombineerd, behalve bij de stoomverdeler. Gebruik een
Condair-adapter speciaal voor dat doel ontworpen en alleen als de luchtbevochtigers die op de
adapter zijn aangesloten parallel werken.
–
Om condensvorming tot een minimum te beperken, moet de stoomleiding over de gehele lengte
geïsoleerd worden met minimaal 25 mm isolatie.
–
Het gewicht van de stoomleiding moet ondersteund worden zodat de luchtbevochtiger niet belast wordt.
WAARSCHUWING!
Risico op ernstige brandwonden door contact met hete stoom!
Beperkingen in de dwarsdoorsnede van de stoomleiding zullen leiden tot een te hoge tegendruk in het
stoomreservoir wanneer het apparaat in bedrijf is, wat kan leiden tot het onverwacht vrijkomen van
hete stoom. Contact van de huid met hete stoom kan ernstige brandwonden veroorzaken. Bovendien
heeft een teveel aan tegendruk ook invloed op de prestaties van het apparaat.
Preventie: Let op het volgende:
•
Na voltooiing van de installatie, reinig de stoomleiding door om eventuele verontreinigingen en
installatiematerialen te verwijderen.
•
De stoomslang (indien gebruikt) mag geen knikken of andere beperkingen hebben.
•
Om condensophopingen te voorkomen, mag de stoomleiding niet doorzakken. Ondersteun indien
nodig de stoomleiding met leidingklemmen, goten of wandbeugels en installeer een condensafvoer
op alle laagste punten in de stoomleiding.
•
Installeer GEEN afsluiter (bijvoorbeeld een handbediende afsluiter, magneetklep, etc.) in de
stoomleiding.
28
Montage- en installatiewerkzaamheden
Fig. 10 op pagina
LET OP!
Risico op schade aan slangklem!
29.
2596653-G_NL_2210_Condair GS_IM
Fig. 9 op pagina
26. De