Aansluiting verwarmingsspanning
De verwarmingsspanningsvoorziening (L1, L2, L3 en PE resp. L1, N en PE) wordt conform het schema
aangesloten op de overeenkomstige klemmen van de hoofdbeveiliging "K1" (of op de overeenkomstige
klemmen van de optionele klemlijst "THV"). De aansluitkabel moet verplicht door de klemhouder in
de besturingskast worden gevoerd.
Opmerking:
–
Dubbele apparaten en Link-upsystemen hebben voor elke apparaatmodule een afzonderlijke
verwarmingsspanningsvoorziening.
–
Grote apparaten met twee stoomcilinders hebben een enkele gloeispanning, die in het apparaat
op de klemmen van de klemmenlijst "X0" wordt aangesloten en van daaruit naar de beide modules
wordt vertakt (zie schema in
zijn de grote apparaten uitgerust met een doorvoerplaat met voorgestanste boringen.
Het monteren van de zekeringen "F5", van de scheidingsschakelaar "Q5" (ontkoppelinrichting voor
alle polen met een minimale contactopening van 3 mm, inbegrepen) in de voedingsleiding is verplicht.
Opmerking: In
Om veiligheidsredenen wordt de extra installatie van een aardlekschakelaar in de voedingsspannings-
leiding (door klant te leveren) aanbevolen. In ieder geval moeten de plaatselijk geldende voorschriften
voor elektrische installaties in acht worden genomen.
De scheidingsschakelaar moet in de directe nabijheid van de stoomluchtbevochtiger (max. 1 m afstand)
en op een gemakkelijk toegankelijke plaats op een hoogte tussen 0,6 m en 1,9 m (aanbevolen: 1,7
m) worden gemonteerd.
LET OP! Zorg ervoor dat de op het typeplaatje vermelde spanningswaarde overeenkomt met de plaat-
selijke netspanning. Mocht dit niet het geval zijn, sluit de stoomluchtbevochtiger dan in geen geval aan.
De kabeldiameter van de voedingskabel moet aan de ter plaatse geldende voorschriften voldoen.
68
Montage- en installatiewerkzaamheden
K1
L1 L2 L3
L1 L2 L3
THV
Besturingskast
(Module A)
Q5
F5
L1 L2 L3 PE
200-600 V/3~/50..60 Hz
Q5
F5
L1
200-240 V/1~/50..60 Hz
Hoofdstuk
Hoofdstuk 5.7.7
is een tabel opgenomen met de zekeringsgrootten voor de zekeringen"F5".
Besturingskast
(Module B)
N
PE
5.7.3). Om de aanvoerkabels in het apparaat te voeren
K1
L1 L2 L3
L1 L2 L3
THV
Q5
F5
L1 L2 L3 PE
200-600 V/3~/50..60 Hz
Q5
F5
L1
N
PE
200-240 V/1~/50..60 Hz