Condensaatleiding
– Min. verval 15% (8,5°)
– Geen vernauwingen
– Sifon ø min. 200 mm
Afb. 15: Overzicht stoominstallatie ruimteluchtbevochtiging
36
Montage- en installatiewerkzaamheden
ø min.: 200 mm
in afvoer *
in cilinder *
* Aansluitingen zijn alleen
nodig bij niet-geïnte-
greerde montage van het
ventilatieapparaat
BP
DS80
KS10
BP
Ventilatieapparaat
(afzonderlijk boven de stoomluchtbevochtiger
gemonteerd)
Stoomleiding
– zo kort mogelijk (max. lengte 4 m)
– voldoende helling/verval min.15% (8,5°)
– Geen vernauwingen
– Waterafvoer op de diepste punten
– Slang of vaste leiding (met zelfde binnendiameter
als stoomuitstroomnippel)
Ventilatieapparaat
(direct op de stoomluchtbevochtiger gemonteerd)