5.4.7
Controle van de stoominstallatie
Controleer de stoominstallatie op juistheid aan de hand van de volgende checklist:
–
Stoomverdeler
Stoomverdeler (stoomverdeelbuis of OptiSorp-systeem) correct geplaatst en bevestigd?
Staan de uitblaasopeningen van de stoomverdeler in een rechte hoek ten opzichte van de
stroomrichting bij horizontale montage of in een hoek van 45° ten opzichte van de stroomrichting
bij verticale plaatsing van de stoomverdeler?
–
Stoomleiding
Max. lengte van 4 m in acht genomen?
Minimale buigstraal van 300 mm (of 5x de binnendiameter bij vaste leidingen) in acht genomen?
Zijn de voorschriften voor het leggen van de leidingen in acht genomen?
Stoomslang: Hangt de slang niet door (opeenhoping van condensaat) en zijn op de diepste
punten condensaatafvoeren met sifon (slangbocht met diameter van 200 mm) geïnstalleerd?
Vaste stoomleidingen: Isolatie aangebracht? Is het juiste materiaal gebruikt? Is de minimale
binnendiameter in acht genomen?
Is de stoomslang of het stoomslangstuk met slangklemmen correct bevestigd?
Is er rekening gehouden met uitzetting door warmte tijdens het bedrijf en met het korter worden
van de stoomslang naarmate deze ouder wordt?
–
Condensaatslang
Minimaal verval van 15% (8,5°) in acht genomen?
Sifon (min. ø 200 mm) aanwezig en met water gevuld?
Condensaatslang correct bevestigd, gestut en nergens geknikt?
Montage- en installatiewerkzaamheden
49