Aansluiting vraag- en bevochtigingssignaal
Besturingskast
Ohmse vochtigheidsregelaar (passief)
Besturingskast
64
Montage- en installatiewerkzaamheden
24V
10V
JP1
CONT. SIGN.
VOUT
IN
GND
A1
+ –
Y
24V
10V
JP1
CONT. SIGN.
VOUT
IN
GND
A2
10V 24V
JP1
140Ω...10kΩ
De signaalkabel van een externe regelaar of een
vochtvoeler (bij gebruik van de interne P/PI-regelaar)
wordt volgens het schema op de klemmen "IN" en
"GND" aangesloten op de stuurkaart. De toegestane
signaalwaarden vindt u bij de technische gegevens
in de gebruiksaanwijzing. De aansluitkabel moet via
een geschroefde kabelverbinding de besturingskast in
worden gevoerd.
Opmerking: Voor zover de externe regelaar of de
vochtigheidssensor met 10 V of 24 V door de stuurkaart
(klem "VOUT") moet worden gevoed, moet de jumper
JP1 eveneens op "10 V" resp. "24 V" worden gezet.
Opmerking: De toegestane regelsignalen worden ver-
meld bij de technische gegevens in de gebruiksaan-
wijzing.
Bij gebruik van een afgeschermde kabel moet de
afscherming worden aangesloten op de klem "GND".
Let op! Als de afscherming van de signaalkabel
door de klant op een potentiaal of een massakabel
wordt aangesloten, mag de afscherming niet op
klem "GND" worden aangesloten.
De signaalkabel van een ohmse vochtigheidsregelaar
(140 Ω...10 kΩ) wordt conform het schema aangesloten
op de contacten "VOUT", "IN" en "GND" op de stuurkaart
in de besturingskast.
De aansluitkabel moet via een geschroefde kabelver-
binding de besturingskast in worden gevoerd.
Opmerking: Bij het aansluiten van een ohmse vochtig-
heidsregelaar moet jumper "JP1" op de stuurkaart op
10 V worden gezet. Daarbij moet het signaaltype in de
besturingssoftware worden ingesteld op "0-10 V".