3.9
3.10
Om de op het complete lichaam overgebrachte trillingen tijdens de bediening
van de machine tot een minimum te beperken en gevaar voor de gezondheid
van de bediener te voorkomen, moeten de volgende maatregelen worden ge-
troffen:
3.11
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 4.3.20
Personen vervoeren/optillen
U mag geen personen op of met de machine vervoeren of optillen.
Totale lichaamslingering
Zorg voor de juiste omstandigheden in het rij- en werkgebied.
Pas de snelheid aan om trillingen te minimaliseren.
Op de plaatsen waar wordt gereden, moeten diepe sporen en gaten in de
weg zoveel mogelijk worden opgevuld.
Stel de stoel zodanig in dat deze is aangepast aan het gewicht van de bedie-
ner.
Controleer de bandenspanning (bij uitrusting met luchtbanden).
Gebruik de machine alleen voor het doel waarvoor deze is ontworpen en be-
perk trillingen tot een minimum door zorgvuldig te werk te gaan.
Neem de montage- en gebruikshandleidingen van aanbouwwerktuigen in
acht en bewaar alle handleidingen voor toekomstig gebruik.
Stabiliteit
De machine moet u zodanig inzetten, verrijden en bedienen, dat de stabiliteit
resp. veiligheid tegen kantelen steeds gegarandeerd is.
Pas de rijsnelheid steeds aan de plaatselijke omstandigheden aan.
Overschrijd de toegestane belasting van de machine niet.
Blijf met de machine zo ver van randen van groeves, greppels, hellingen en
bermen verwijderd, dat het risico op omlaag storten uitgesloten is. Anders
moet u de machine tegen wegrollen of wegglijden beveiligen.
Neem de toegestane schuine standen in acht.
TL80
3
Veiligheid
35 / 334
50