3
Veiligheid
Bij het werk
Voorschriften
ter bescherming
van het milieu
30 / 334
50
Reinig indien nodig spiegels, achteruitrijcamera (optie) en ruiten.
Sluit alle deuren, vensters, kappen en kleppen of zet ze vast in geopende
toestand tegen ongewild dichtklappen.
Zorg ervoor dat alle spiegels vrij van vuil en beschadigingen zijn.
Stel nooit veiligheidsvoorzieningen buiten werking en verwijder deze nooit.
Draag tijdens het bedrijf beschermende werkkleding. Verwijder ringen, sjaals
en open jassen. Voor bepaalde werkzaamheden moet u een veiligheidsbril,
veiligheidsschoenen, een beschermende helm, beschermende handschoe-
nen, een reflecterende vest, gehoorbescherming enz. gebruiken.
Laat noch kinderen noch dieren in de buurt van de machine komen wanneer
de motor draait.
Het bedieningspersoneel moet het gezichtsveld van het voertuig voortdurend
controleren.
Respecteer bij alle werkzaamheden aan en met de machine de geldende
voorschriften ter bescherming van het milieu.
Let er met name bij installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden op,
dat voor het milieu gevaarlijke stoffen zoals smeervetten en -oliën, hydrauli-
sche olie, brandstof, koelmiddel en oplosmiddelhoudende reinigingsmidde-
len niet in de grond of de riolering belanden. Deze stoffen moet u in geschikte
vaten opvangen, transporteren, bewaren en milieuvriendelijk verwerken.
Als bovengenoemde vloeistoffen in de grond terechtkomen, dan moet u on-
middellijk de verspreiding stoppen en de vloeistof binden met een geschikt
bindmiddel. Eventueel moet de vervuilde grond afgegraven worden.
Voer bindmiddel en uitgegraven grond vakkundig en milieuvriendelijk af en
hou u aan de geldende milieuvoorschriften.
TL80
03_Sicherheit_nl.fm - 1.0 - 4.3.20