Advertenties
7
Bediening
Stoppen
256 / 334
28
Zet de tuimelschakelaar voor de keuze van de rijrichting op de joystick (8) in
de neutrale stand. De parkeerrem moet aangetrokken zijn of inch-reminrich-
ting (2) moet worden bediend.
Start de motor.
Schakel de werkhydraulica in.
Til het hefframe op tot aan de gekleurde hoogtemarkering 'Rijden' met behulp
van de joystick.
Selecteer indien nodig de rijwijze 'snel' of 'langzaam' op de joystick (9).
Selecteer bij de snelloperversie de rijstand I of II op het bedieningspaneel.
Neem het led-controlelampje (rijstand) in acht.
Ontspan de parkeerrem (12).
Stel de gewenste rijrichting in met behulp van de tuimelschakelaar voor de
keuze van de rijrichting op de joystick (8).
Er wordt een indicatie van de rijrichting weergegeven.
Druk het gaspedaal (4) in. De rijautomaat zorgt ervoor dat de machine pas
vanaf een bepaald motortoerental begint te rijden.
De rijsnelheid wordt geregeld met het gaspedaal. De rijsnelheid is direct af-
hankelijk van het motortoerental.
Een snelle verandering van de rijrichting is mogelijk door een omschakeling
op de joystick (tot 20 km/u).
Aanwijzing
Bij snelheden > 20 km/u is het omschakelen van de rijrichting niet mogelijk.
Zet de rijrichtingsschakelaar weer terug in de oorspronkelijke stand of neu-
traal tot u een snelheid bereikt van < 20 km/u.
Verlaag de snelheid door het rijpedaal(4) los te laten.
De hydrostatische rijaandrijving werkt daarbij als slijtagevrije hulprem.
Activeer het rem-inchpedaal (2) al naargelang dit nodig is.
Zie hoofdstuk 7.3.3 "Remmen", (zie pagina 258).
TL80
07_Bedienung_nl.fm - 1.0 - 4.3.20
Advertenties
