Storingscodes
(vervolg)
Storingscode
Gedrag van de installatie
op het display
F B7
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af, branderau-
tomaat vergrendeld.
F B7
Type codeerstekker
F E4
Brander schakelt uit.
F E5
Branderautomaat op storing
F EE
Branderautomaat op storing
F EF
Branderautomaat op storing
F F3
Ionisatievlambewaker meldt
verkeerd vlamsignaal tijdens
het opstarten of na de naven-
tilatie.
Ionisatie-elektrode of vlambe-
ker beschadigd.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
Storingsoorzaak
Codeerstekker niet in
branderautomaat gesto-
ken, codeerstekker ver-
keerd
of defect
Codeerstekker past niet
bij de branderautomaat.
Meervoudige onderspan-
ningsdetectie met herha-
ling en hernieuwde onder-
spanning
Interne fout van de bran-
derautomaat en bij de test
van de ionisatie-ingang
Interne fout van de terug-
melding van de gasbevei-
ligingskleppen. Uitgangs-
relais schakelt niet.
Interne fout van de terug-
melding van de gasbevei-
ligingskleppen. Uitgangs-
relais schakelt niet.
Gascombiregelaar lekt
(gas ontsnapt en ver-
brandt). Verkeerde co-
deerstekker.
Ionisatie-elektrode fout in-
gesteld, stekker van de io-
nisatie-elektrode niet aan-
gesloten. Massasluiting
van de elektrode of de lei-
ding
Ontstekingselektroden
verkeerd ingesteld, mas-
sasluiting van de elektro-
den, ontstekingsapparaat
defect, branderautomaat
defect
Isolatiemantel van de ont-
stekings- of ionisatie-elek-
trode gescheurd
Storingen oplossen
Maatregel
Codeerstekker insteken. Codeer-
stekker controleren. Evt. vervan-
gen.
Codeerstekker of branderautomaat
vervangen.
Gevaar
Op de stekkerklemmen van
de branderautomaat staat
netspanning.
Codeerstekker alleen in
stroomloze toestand van de
branderautomaat vervan-
gen.
Voorzieningsnet controleren.
Branderautomaat vervangen.
Branderautomaat ontgrendelen of
branderautomaat vervangen.
Branderautomaat ontgrendelen of
branderautomaat vervangen.
Ionisatietraject controleren. Ionisa-
tie-elektrode op massasluiting con-
troleren. Vlambeker op vervorming
controleren.
Codeerstekker vervangen. Gas-
combiregelaar vervangen.
Stekker van de ionisatie-elektrode
erin steken, kabel controleren,
vlambeker op vervorming controle-
ren. Ionisatie-elektrode instellen
(zie pagina 28).
Ontstekingselektroden instellen
(zie pagina 28), ontstekingsappa-
raat vervangen. Branderautomaat
vervangen.
Ontstekings- of ionisatie-elektrode
vervangen.
45