Omzetting op aardgas L
Omstelling bij nominaal vermogen 115 tot 311 kW
G
F
BCD
A
E
Afb. 3
01. Gasafsluitkraan sluiten.
02. Installatieschakelaar aan de bedieningseenheid
van de regeling uitschakelen.
03. Hoofdschakelaar (buiten de installatieruimte) of
netspanning uitschakelen en tegen opnieuw
inschakelen beveiligen.
04. Schroefverbinding
A
05. Stuurleiding
van de gascombischakelaar los-
G
trekken.
06. Gascombiregelaar van de flens
07. Diafragma
met rubberkurkpakking
C
nemen.
Omzetting op aardgas K
Opmerking
Door de omzetting kan het max. vermogen verminde-
ren.
(vervolg)
losdraaien.
E
losmaken.
eruit
D
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
08. Gascombiregelaar op de flens
■
met O-ring
B
■
zonder diafragma
C
zonder rubberkurkpakking
■
Aanhaalmoment van de moeren M 5: 1,5 Nm
09. Schroefverbinding
A
schroeven.
10. Stuurleiding
G
aan de gascombischakelaar aan-
sluiten.
11. Stuurleidingen controleren:
Aansluiting en knikvrije plaatsing
■
Bevestiging en vastzitten van de bevestigings-
■
klemmen
12. Indien voor de ingestelde gassoort voorhanden:
Meegeleverde sticker ""Ingesteld op ...""
de aanwezige sticker plakken.
13. Brander in bedrijf stellen.
14. Gasdichtheid controleren.
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Dichtheid van de gasvoerende componen-
ten controleren.
!
Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot
storingen.
Lekzoekspray mag niet met elektrische con-
tacten in aanraking komen.
Opmerking
Positie van de stuurleidingen zie vanaf pagina 30.
bevestigen:
E
D
met nieuwe pakking vast-
over
F
13