Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Lekkage kleppen gascombiregelaar controleren
Dichtheid van de beide kleppen van de gascombinatieregelaar controleren (bij 115 tot 311 kW)
B
Afb. 33
1. Gasafsluitkraan sluiten.
2. Schroef in de meetaansluiting
eruit draaien.
3. Schroef in de meetaansluiting
eruit draaien.
4. Drukmeetapparaat op de meetaansluiting
sluiten.
Filterelement gascombiregelaar controleren
1. Ingangsflens van de gascombiregelaar afschroe-
ven.
2. Zeef in de ingang van de gascombiregelaar op ver-
ontreiniging controleren. Evt. zeef verwijderen en
voorzichtig met perslucht reinigen.
3. Gascombiregelaar in omgekeerde volgorde
opnieuw monteren.
Filterelement gasleiding controleren
Als een filterelement in de gasleiding voorhanden is,
filterelement controleren, evt. reinigen of vervangen.
34
A
losmaken, niet
B
losmaken, niet
A
A
aan-
5. Met het drukmeetappareat voorzichtig een testdruk
van ca. 50 mbar (5 kPa) opbouwen.
6. Ca. 5 min voor de temperatuurcompensatie
afwachten, dan de weergave op het drukmeettoe-
stel bekijken:
als de aangegeven druk binnen nog 5 min niet
meer dan 1 mbar (0,1 kPa) daalt, is de gascombi-
regelaar dicht.
Anders is er een lek. In dat geval de gascombire-
gelaar ter controle naar Viessmann sturen.
Als de gascombiregelaar niet meteen vervangen
kan worden, ketel uitschakelen. Ketel tegen
opnieuw inschakelen beveiligen.
7. Na de test de schroeven in beide meetaansluitin-
gen sluiten.
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Gasdichtheid op de meetaansluiting contro-
leren.
!
Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot
storingen.
Lekzoekspray mag niet met elektrische con-
tacten in aanraking komen.
4. Gasdichtheid controleren.
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Gasdichtheid van de gascombiregelaar con-
troleren.
!
Opgelet
Het gebruik van lekzoekspray kan leiden tot
storingen.
Lekzoekspray mag niet met elektrische con-
tacten in aanraking komen.