CO
-gehalte meten
2
CO
-meting bij laagste vermogen (115 tot 311 kW)
2
Afb. 15
CO-gehalte meten
Meetwaarde in het protocol in bijlage noteren.
Rookgastemperatuur meten
Meetwaarde in het protocol in bijlage noteren.
Ionisatiestroom weergeven
Opmerking
Ionisatiestroom kan via de branderautomaat worden
opgevraagd. Een ionisatie-meting met Testomatik-gas
of een veelzijdig meettoestel is niet mogelijk.
01. Toets S ca. 2 s indrukken, " " knippert.
02. Toets
indrukken tot "5" onder service verschijnt.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
(vervolg)
1. Toets
ste vermogen) staat.
2. CO
Toegelaten CO
Opmerking
CO
kleiner zijn dan bij het hoogste vermogen. Een
gewijzigde instelling mag geen onhygiënische situ-
aties veroorzaken.
3. Als het CO
■
Afdekking
Instelschroef
■
draaien tot CO
ligt:
–
–
4. Meetwaarde in het protocol in bijlage noteren.
5. CO
eens controleren.
Als het CO
ligt: Stappen voor het hoogste en laagste vermo-
gen opnieuw uitvoeren.
6. Toetsen
Brander gaat naar de werkingsmodus.
03. Toets S indrukken. Onder status verschijnt "5".
04. Toets
05. Toets S indrukken. Onder status verschijnt "3" en
onder service wordt tijdens de werking de ionisa-
tiestroom weergegeven (bijv. 30 = 3,0
indrukken tot service-indicator op "0" (laag-
-gehalte in het rookgaskanaal meten.
2
-gehalte, zie bovenstaande tabel.
2
-gehalte moet bij laagste vermogen min. 0,3 %
2
-gehalte moet worden veranderd:
2
losschroeven.
B
(Torx 40) in kleine stappen
A
-gehalte in het opgegeven bereik
2
Met de klok mee draaien
CO
-gehalte stijgt.
→
2
Tegen de klok in draaien
CO
-gehalte daalt.
→
2
-gehalte bij hoogste en laagste vermogen nog
2
-gehalte niet in het aangegeven bereik
2
en S tegelijk langer dan 2 s indrukken.
indrukken tot "3" onder service verschijnt.
A).
μ
23