Inhoudsopgave
Advertenties
Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LP
11.5 Stilzetten in geval van nood
In noodgevallen moet de doseerpomp direct van de netspanning ge-
n
scheiden worden of in de installatie opgenomen nood aan/uit schake-
laar worden gebruikt.
Afhankelijk van de aard van het ongeval moeten vloeistofverbindingen
n
drukloos gemaakt worden of worden afgesloten om te verhinderen
dat doseervloeistof uittreedt.
Het veiligheidsblad van de te doseren vloeistof moet gelezen worden.
n
11.6 Opslag
Een vakkundige opslag verhoogt de levensduur van de doseerpomp. Ne-
gatieve invloeden zoals bijv. extreme temperatuur, hoge vochtigheid, stof,
chemicaliën enz moeten vermeden worden.
Zorg voor de meest mogelijke ideale opslag voorzieningen:
Koele, droge, stofvrije opslagruimte met voldoende beluchting,
n
Temperaturen tussen + 2 °C en + 40 °C (bij PP- en PVDF-doseerkop-
n
pen tussen + 2 °C en + 60 °C),
Relatieve vochtigheid niet boven de 90%.
n
11.7 Transport
Schade door uitlopende olie!
De olie-inlaat op de doseerpomp kan niet volledig dicht worden afge-
sloten. Wanneer het apparaat niet verticaal kan worden getranspor-
teerd, kan er olie uitlopen. Dit kan in sommige gevallen leiden tot be-
schadiging van de besturing of van de motor.
ð
Laat de olie volledig via de olieaftap wegstromen voordat u de do-
seerpomp transporteert.
Voer de volgende stappen uit:
Het apparaat moet grondig gereinigd zijn. In geval van gevaarlijke
n
vloeistoffen moet aanvullend geneutraliseerd en gespoeld worden.
Aanwezige toebehoren moeten gedemonteerd worden.
n
Alle openingen moeten dicht gemaakt worden waardoor geen externe
n
deeltjes in het apparaat kunnen komen.
De doseerpomp moet in een geschikte verpakking, bij voorkeur in de
n
originele verpakking, verstuurd worden.
In geval van terugsturen naar de fabrikant dient gelet te worden op hoofd-
stuk 17 „Reinigingsverklaring" op pagina 52 en 18 „Garantie-aan-
vraag" op pagina 53.
11.8 Afvoeren van oude apparatuur
Het apparaat moet grondig gereinigd zijn. In geval van gevaarlijke
n
vloeistoffen moet aanvullend geneutraliseerd en gespoeld worden.
Resten van het doseermedium moeten verantwoord afgevoerd wor-
n
den.
De doseerpomp moet overeenkomstig de ter plaatse geldende voor-
n
schriften en eisen behandeld worden. Laat het apparaat niet in de
vuilcontainer belanden!
Omdat de verwijdering en afvoer binnen de EU van land tot land kun-
n
nen verschillen, zal de leverancier om advies gevraagd kunnen wor-
den.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
230404
VOORZICHTIG
BA-10417-05-V15
Bedieningsvoorschrift
Bedrijfsvoering
41
Afvoeren van oude apparatuur
Advertenties
Inhoudsopgave
