Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LP
11.2.2.5 Doseerpomp starten
Handelingsactie:
ü
De doseerpomp wordt overeenkomstig hoofdstuk 9.2.2.2 „Impulsin-
gang" op pagina 22 aangesloten.
1. Druk Start.
2. Leidt een impuls naar de impulsingang van de doseerpomp.
4
De doseerpomp begint direct te doseren. De resulterende capaciteit
wordt automatisch berekend en op het display weergegeven.
Doseerpomp gestart.
ü
11.2.2.6 Doseerpomp stoppen
è
Druk Stop.
Doseerpomp gestopt.
ü
11.2.2.7 Slaggeheugen leegmaken
è
Druk Reset.
4
Alle nog uitstaande slagen in het geheugen worden gewist. De
doseerpomp stopt maar blijft toch actief en wacht op de volgende
impuls.
Slaggeheugen gewist.
ü
11.2.3 Analoge ingang
Analoge ingang
In de bedrijfsmodus
signaal, dat op de analoge ingang is aangesloten (zie hoofdstuk „Aan-
sluitbus 2" op pagina 22), de slagfrequentie.
11.2.3.1 Bedrijfsmodus kiezen
1. Druk Menu.
2. Kies met
of
het menupunt
3. Kies met
of
het menupunt
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
3.21
Analoge ingang
0%
= 4.00 mA
100% = 20.00 mA
4..20 mA
Menu
Setup
OK
Afb. 37:
Parameter van de bedrijfsmodus
4. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
ge ingang
aan.
0,00
Analoge ingang
Liter
Uur
0%
Menu
Setup
Start
Afb. 38:
Startweergave Analoge ingang
11.2.3.2 Signaaltype instellen
Het is mogelijk om een 0 - 20 mA of een 4 - 20 mA signaal in te stellen.
Bedrijfsvoering
36
Bedrijfsmodi
stuurt een extern 0/4 – 20 mA
Bedr.-modus
en druk OK.
Analoge ingang
en druk OK.
Analo-
1. Druk Setup.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
2. Druk Setup.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Druk Type, om 0 – 20 mA of 4 – 20 mA in te stellen.
5. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
6. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
ge ingang
aan.
Signaaltype ingesteld.
ü
11.2.3.3 Stroomwaarde voor 0 % capaciteit instellen
1. Druk Setup.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
2. Druk Setup.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Stel met + en - de gewenste stroomwaarde in. Toegestaan is een
waarde in het bereik tussen 0,00 - 20,00 mA. De waarde tussen
haakjes in de aanwijzing geeft de werkelijk heersende stroomwaarde
weer.
5. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
6. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
ge ingang
aan.
Stroomwaarde voor 0 % capaciteit is ingesteld.
ü
11.2.3.4 Stroomwaarde voor 100 % capaciteit instellen
1. Druk Setup.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
2. Druk Setup.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Stel met + en - de gewenste stroomwaarde in. Toegestaan is een
waarde in het bereik tussen 0,00 - 20,00 mA. De waarde tussen
haakjes in de aanwijzing geeft de werkelijk heersende stroomwaarde
weer.
5. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3.21).
6. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
ge ingang
aan.
i
Om een 20 - 4 mA (omgekeerd) analoog signaal te verwerken,
moet de parameter
100% Stroom
Stroomwaarde voor 100 % capaciteit is ingesteld.
ü
BA-10417-05-V15
Bedieningsvoorschrift
0/4..20mA
en druk Setup.
0% Stroom
en druk Setup.
100% Stroom
en druk Setup.
0% Stroom
op 20 mA en de parameter
op 4 mA ingesteld worden.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Analo-
Analo-
Analo-