Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LP
8.4 Lekkage opening aansluiten
De doseerpompen van de fabrikant zijn volgens de hoogste kwaliteits-
maatstaven gefabriceerd en hebben een lange levensduur. Desondanks
zijn er enkele onderdelen welke slijtage bij gebruik vertonen. Dit geldt in
het bijzonder voor de membranen waar voortdurende kracht op uitgeoe-
fend wordt tijdens zuig- en persslagen en eventuele inwerking van de te
doseren vloeistof ondervindt.
In geval van een membraanbreuk ontstaat lekkage van de doseervloei-
stof. Deze lekkage wordt via de lekopening afgevoerd. In de flens van de
doseerkop bevindt zich hiervoor een opening.
Afb. 8: Openingen van de lekkage afvoer
Het toepassen van een membraanbreuk-sensor wordt aanbevolen.
Beschadiging van de aandrijving door uitgassing
Wanneer aan de lekkage afvoerleiding een slangverbinding wordt aan-
gesloten en in de doseertank terug geleid wordt, kunnen gassen in het
gedeeltje met de aandrijving binnendringen en dit beschadigen.
ð
Vang de gelekte vloeistof op in een opvangbak.
ð
Alternatief kan de lekkage met behulp van een trechter naar het
doseervat teruggevoerd worden De trechter zal met genoeg afstand
tot de lekopening geïnstalleerd worden.
8.5 Vloeistofzijdige aansluiting
8.5.1 Slangklemaansluiting bevestigen
Afhankelijk van de eigenschappen van de slang (materiaal, binnendiame-
ter en wandsterkte) moet voor de toepassing de overeenkomstige slan-
gaansluiting gekozen worden.
Vloeistofzijdig installeren
18
Vloeistofzijdige aansluiting
AANWIJZING
8.5.1.1 Grootte 4/6 en 6/9
4/6
a
b
c
d
e
Afb. 9: Slangklemaansluiting 4/6 en 6/9 (binnen- en buitendiameter)
Voer de volgende stappen uit:
1. Snijdt de slang (1) netjes en exact haaks op de lengte af.
2. Plaats een voor de te doseren vloeistof geschikte afdichting tussen
aansluiting (5) en ventiel.
3. Schroef het aansluitdeel met de wartelmoer (2) op het ventiel van de
doseerpomp.
4. Schuif de wartelmoer (3) evenals de klemring (4) over de slang.
5. Steek de slang tot de aanslag op de slangtule van het aansluitdeel.
6. Schuif de klemring over de slangtule van het aansluitdeel en schroef
deze vast met de wartelmoer.
7. Voer deze handeling ook zo uit bij het andere ventiel van de doseer-
pomp.
Slangklemaansluiting vastgezet.
ü
8.5.1.2 Grootte 6/12
a
b
c
d
Afb. 10: Slangklemaansluiting 6/12 (binnen- en buitendiameter)
Slangklemaansluitingen van de grootte 6/12 worden met een wartelmoer
bevestigd. De wartelmoer klemt de slang op de slangtule van het aan-
sluitdeel en zorgt gelijktijdig voor de bevestiging op het ventiel van de do-
seerpomp.
Voer de volgende stappen uit:
1. Snijdt de slang (1) netjes en exact haaks op de lengte af.
BA-10417-05-V15
Bedieningsvoorschrift
6/9
a
b
c
d
e
© Lutz-Jesco GmbH 2023