Inhoudsopgave
Advertenties
Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LP
Interval
Het impulsingangstype
Interval
heden.
Parameter
Uitleg
Looptijd
Legt de gebruikte looptijd van de doseerpomp
vast, aangegeven in minuten. De waarde tussen
haakjes in de aanwijzing geeft de berekende ca-
paciteit weer.
Aantal slagen
Legt het aantal gemaakte slagen vast. De waarde
tussen haakjes in de aanwijzing geeft de bere-
kende capaciteit weer.
Capaciteit
Legt de gemaakte slagfrequentie vast, aangege-
ven in percentage van de maximale slagfrequen-
tie.
Interval
Legt de afstand vast, in welke de dosering regel-
matig plaatsvinden kan. Het interval kan niet klei-
ner zijn als de gegeven of berekende looptijd en
wordt mogelijk automatisch op de minimale
waarde gecorrigeerd.
Tab. 48: Configuratie type Interval
Interval
Het type
wordt met een symbool Tijd en het tot het volgende
startpunt van de dosering aflopende tijd weergegeven.
Batchfunctie
0
13:59
0%
Menu
Setup
Start
Afb. 41:
Startweergave Batchfunctie type Interval
Timer
Met de Batchfunctie type
Timer
nen twee verschillende doseeroperaties over een tijdspad van een week
geprogrammeerd worden.
Voor iedere dag van de week kunnen er één of twee doseervoortgangen
ingesteld worden, die een bepaald tijdstip starten (deze starttijd herhaald
zich iedere volgende doseerprocedure van hetzelfde type op volgende-
weekdagen). Tot aan 14 doseervoortgangen kunnen per week gepro-
grammeerd worden. Voor iedere dag van de week moet vastgelegd wor-
den of er geen doseerprocedure, doseerprocedure 1, doseerprocedure 2
of beide doseerprocedures moeten starten.
Vervolgens moet voor iedere doseervoortgang vastgelegd worden of de
doseerpomp of over een bepaalde looptijd doseren moet of een bepaald
aantal slagen moet doorvoeren.
Voor doseerprocedure 1 kunnen de volgende parameters doorgevoerd
worden:
Starttijd 1
n
Looptijd 1
n
Aantal slagen 1
n
Capaciteit
(geldt voor doseerprocedure 1 en 2),
n
Ma-Zo.
n
Bedrijfsvoering
38
Bedrijfsmodi
biedt de volgende configuratie mogelijk-
van de doseerpomp MEMDOS LP kun-
Voor doseerprocedure 2 kunnen de volgende parameters doorgevoerd
worden:
Starttijd 2
n
Looptijd 2
n
Aantal slagen 2
n
Capaciteit
(geldt voor doseerprocedure 1 en 2),
n
Ma-Zo.
n
Datum, tijd en dag van de week moeten in de configuratie van
i
de parameter ingesteld worden. Zie hiervoor pag. 30.
Het impulsingangstype
timer
den.
Parameter
Uitleg
Starttijd 1
Legt de gebruikte tijd van doseerprocedure 1
vast.
Starttijd 2
Legt de gebruikte tijd van doseerprocedure 2
vast.
Looptijd 1
Legt de gebruikte looptijd van de doseerprocedu-
re 1 vast, aangegeven in minuten. De waarde tus-
sen haakjes in de weergave geeft de berekende
hoeveelheid weer (betrokken op de instelling in
parameter Capaciteit).
Looptijd 2
Legt de gebruikte looptijd van de doseerprocedu-
re 2 vast, aangegeven in minuten. De waarde tus-
sen haakjes in de weergave geeft de berekende
hoeveelheid weer (betrokken op de instelling in
parameter Capaciteit).
Aantal slagen 1
Legt de gebruikte starttijd van doseerprocedure 1
vast. De waarde tussen haakjes in de aanwijzing
geeft de berekende capaciteit weer.
Aantal slagen 2
Legt de gebruikte starttijd van doseerprocedure 2
vast. De waarde tussen haakjes in de aanwijzing
geeft de berekende capaciteit weer.
Capaciteit
Legt de gemaakte slagfrequentie voor beide do-
seervoortgangen vast, aangegeven in percentage
van de maximale slagfrequentie.
Ma-Zo.
Legt vast welke dag van de week de doseerpro-
cedure gestart wordt.
Tab. 49: Configuratie type Timer
11.2.4.4 Doseervoortgangen programmeren
1. Druk Setup.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 3:41).
2. Druk Setup.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Vergroot met + de waarde van de parameter of verminder deze met
-.
5. Druk OK.
BA-10417-05-V15
Bedieningsvoorschrift
biedt de volgende configuratie mogelijkhe-
Starttijd 1
en druk Setup.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Advertenties
Inhoudsopgave
