INLEIDING
1. Inleiding
1.1. Betreffende dit document
De taal van de originele inbouw- en bedienings-
voorschriften is Duits. Alle andere talen waarin
deze inbouw- en bedieningsvoorschriften be-
schikbaar zijn, zijn een vertaling van de originele
inbouw- en bedieningsvoorschriften.
De handleiding is onderverdeeld in verschillende
hoofdstukken, die te vinden zijn in de inhouds-
opgave. Elk hoofdstuk heeft een heldere titel,
die duidelijk maakt wat er in dat hoofdstuk wordt
beschreven.
Een kopie van de EG-verklaring van overeen-
stemming maakt deel uit van deze inbouw- en
bedieningsvoorschriften.
In geval van een technische wijziging van de
daarin genoemde bouwtypes die niet met ons is
overlegd, wordt deze verklaring ongeldig.
1.2. Personeelskwalificatie
Al het personeel dat aan of met de opvoerin-
stallatie werkt, moet voor deze werkzaamheden
gekwalificeerd zijn. Zo moeten elektrische werk-
zaamheden worden uitgevoerd door een gekwa-
lificeerde elektrotechnicus. Al het personeel moet
meerderjarig zijn.
Als basis voor het bedienings- en onderhouds-
personeel moeten ook de nationale voorschrif-
ten m.b.t. ongevallenpreventie in acht worden
genomen.
Er moet worden gecontroleerd of het personeel
de instructies in dit bedienings- en onderhouds-
handboek heeft gelezen en begrepen. Indien
nodig moet deze handleiding in de benodigde taal
bij de fabrikant worden nabesteld.
Deze opvoerinstallatie is niet bedoeld om ge-
bruikt te worden door personen (kinderen inbe-
grepen) met verminderde fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring
en/of kennis, behalve als zij onder toezicht staan
van een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon of van deze persoon instructies hebben
gekregen over het gebruik van de opvoerinstal-
latie.
Zie erop toe dat er geen kinderen met de opvoe-
rinstallatie spelen.
1.3. Auteursrecht
Het auteursrecht van dit bedienings- en onder-
houdshandboek is in handen van de fabrikant. Dit
bedienings- en onderhoudshandboek is bestemd
voor het installatie-, bedienings- en onderhouds-
personeel. Het bevat voorschriften en tekeningen
van technische aard, die noch volledig, noch
gedeeltelijk mogen worden vermenigvuldigd, ver-
spreid of voor concurrentiedoeleinden onbevoegd
gebruikt of aan derden worden doorgegeven.
De gebruikte afbeeldingen kunnen afwijken van
het origineel en dienen slechts ter exemplarische
illustratie van de opvoerinstallatie.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMUport CORE
1.4. Voorbehoud van wijziging
De fabrikant behoudt zich alle rechten voor van
technische wijzigingen aan installaties en/of
aanbouwonderdelen. Dit bedienings- en onder-
houdshandboek heeft betrekking op de opvoe-
rinstallatie die op de titelpagina is aangegeven.
1.5. Garantie
Voor de garantie geldt over het algemeen de in-
formatie volgens de actuele "Algemene voorwaar-
den". Deze vindt u hier:
www.wilo.com/legal
Als hiervan wordt afgeweken, moet dat contrac-
tueel worden vastgelegd en met prioriteit worden
behandeld.
1.5.1. Algemeen
De fabrikant verplicht zich ertoe alle gebreken
aan door hem verkochte opvoerinstallaties te ver-
helpen, indien één of meerdere van de volgende
punten van toepassing zijn:
•
Kwaliteitsgebrek van het materiaal, de fabricage
en/of de constructie
•
De gebreken zijn binnen de overeengekomen
garantietermijn schriftelijk gemeld bij de fabrikant
•
De opvoerinstallatie is alleen onder de reglemen-
taire werkomstandigheden gebruikt
•
Alle bewakingsinrichtingen zijn aangesloten en
voor de inbedrijfname gecontroleerd.
1.5.2. Garantietermijn
De duur van de garantietermijn is in de "Algemene
voorwaarden" geregeld.
Afwijkingen daarvan moeten contractueel vast-
gelegd worden!
1.5.3. Reserveonderdelen, aan- of ombouwwerk-
zaamheden
Voor reparatie, vervanging en aan- of ombouw-
werkzaamheden mogen alleen originele onder-
delen van de fabrikant worden gebruikt. Eigen-
machtige aan- of ombouwwerkzaamheden of het
gebruik van niet-originele reserveonderdelen kan
leiden tot ernstige schade aan de opvoerinstalla-
tie en/of tot ernstig letsel.
1.5.4. Onderhoud
De voorgeschreven onderhouds- en inspectie-
werkzaamheden moeten regelmatig worden uit-
gevoerd. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend
door geschoolde, gekwalificeerde en geautori-
seerde personen worden uitgevoerd.
1.5.5. Schade aan het product
Schade en storingen die de veiligheid in gevaar
brengen, moeten onmiddellijk en deskundig wor-
den verholpen door daartoe opgeleid personeel.
De opvoerinstallatie mag alleen in technisch
onberispelijke toestand worden gebruikt.
Reparaties mogen over het algemeen alleen door
de Wilo-servicedienst worden uitgevoerd!
Nederlands
7