UITBEDRIJFNAME/AFVOEREN
6.2.5. Noodbedrijf als enkelpompinstallatie
GEVAAR door giftige substanties!
Tijdens het noodbedrijf kunt u in aanraking
komen met media die schadelijk zijn voor de
gezondheid. De volgende punten moeten
beslist in acht genomen worden:
• Draag kleding die het hele lichaam beschermt,
evenals een veiligheidsbril en mondbescher-
ming.
• Gemorste druppels moeten onmiddellijk wor-
den opgenomen.
• Het spoelwater moet op een geschikte plaats
in het riool worden geleid!
• De beschermende kleding en de poetsdoeken
moeten volgens de afvalnorm TA 524 02 en de
EG-richtlijn 91/689/EEG resp. lokale richtlijnen
afgevoerd worden!
In geval van een storing kan de functie van de
opvoerinstallatie in noodbedrijf in stand worden
gehouden. Hierbij kan de opvoerinstallatie als
enkelpompinstallatie in gebruik blijven.
Als de installatie in noodbedrijf werkt, moeten
de volgende punten in acht worden genomen:
•
De toevoer naar het bijbehorende scheidingsre-
servoir voor vaste stoffen moet vergrendeld zijn
en de betreffende pomp moet via de schakelkast
worden uitgeschakeld.
•
Voor het bedrijf van de actieve pomp moet de
bedrijfssituatie van de pomp in acht worden
genomen!
•
Omdat de installatie nog altijd in bedrijf is, wordt
het verzamelreservoir verder gevuld. Bij demon-
tage van de pomp wordt het afvalwater via het
aansluitstuk uit het verzamelreservoir geperst!
Voor een bedrijf zonder pomp is een afsluitdeksel
voor het aansluitstuk als toebehoren beschikbaar.
Dit moet direct na het pompen worden gemon-
teerd!
•
De vaste stoffen blijven in het scheidingsreservoir
voor vaste stoffen achter. Als het scheidingsre-
servoir voor vaste stoffen wordt geopend, moeten
deze op de juiste wijze worden afgevoerd.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMUport CORE
7. Uitbedrijfname/afvoeren
•
Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig
worden uitgevoerd.
•
De nodige persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen.
•
Bij werkzaamheden in putten moeten beslist de
desbetreffende plaatselijke beschermingsmaat-
regelen worden aangehouden. Er moet voor de
veiligheid een tweede persoon aanwezig zijn.
•
Voor het transport van de opvoerinstallatie moe-
ten hijsmiddelen en goedgekeurde hijswerktuigen
worden gebruikt die in technisch onberispelijke
staat zijn.
LEVENSGEVAAR door defecten!
Hijswerktuigen en hijsmiddelen moeten in
technisch onberispelijke staat zijn. Pas als het
hijsmiddel technisch in orde is, mag er met de
werkzaamheden worden begonnen. Zonder
deze controles bestaat levensgevaar!
7.1. Installatie uitschakelen
PAS op voor brandwonden!
Het motorhuis kan tijdens het bedrijf tot
100 °C heet worden. Er bestaat verbrandings-
gevaar! Controleer de temperatuur voordat u
met de uitschakeling begint. Onder bepaalde
omstandigheden moet er een aanrakingsbe-
veiliging worden geïnstalleerd.
Om de opvoerinstallatie correct buiten gebruik te
kunnen nemen, moeten beide scheidingsreser-
voirs voor vaste stoffen volledig worden leegge-
maakt. Hiervoor moeten twee pompcycli volledig
worden doorlopen.
2
1
Fig. 8.: Overzicht van de afsluiters
1 Afsluiter scheidingsreservoir voor vaste stoffen
2 Afsluiter persleiding
Nederlands
2
1
25